- 127 -

 

 

 

 

-- Dat is dan onze Edgard... Wapenmeester, dit is onze nieuwe tweede in bevel henry.

-- Aangename kennismaking, zei henry terwijl ze elkaar vriendelijk de hand schudden.

-- Mijn respect, zei de glimlachende MAD.

-- Edgard, voor iedereen verzameling op de paviljoenskoer na het einde van de volgende les.

 

"Volg mij maar", zei Comdip tot henry terwijl ze met gelijke schreden naar de eremast toe stapten.

Het was indrukwekkend: de divisie DIP, driehonderdvijftig gedrilde mannen in blauwe zeemachtuniformen, opgesteld in 'ter plaats rust', peloton per peloton, de pelotonscommandanten vóór hun respectievelijke manschappen en de andere instructeurs er achter. Veel dichter bij de eremast, op zowat tien meter vóór zijn manschappen, stond de MAD met het gezicht naar hen gekeerd, ook in 'ter plaats rust'. Plots ging hij in 'geef acht' staan toen hij zijn oversten zag naderen. "Geef... acht!" riep hij en driehonderdvijftig man brulden als uit één keel: "Eén, twee!". Op 'twee' stonden ze met z'n allen in 'geef acht' en weergalmde tussen de gebouwen de gezamenlijke voetslag van deze matrozen, die nog maar enkele weken in opleiding waren. Toen Comdip achter de MAD had plaats genomen, maakte deze rechtsomkeer, salueerde en zei: "Commandant, de mannen staan ter uwer beschikking." Comdip salueerde terug. "Dank u, wapenmeester." Toen verhief hij zijn stem, zodat de ganse divisie hem goed kon verstaan. "Ik heb u verzameld voor een bijzondere mededeling. Hier, naast mij, staat uw tweede in bevel. Gij zult allemaal, van onderofficier tot matroos, van nu af aan al zijn orders in het belang van de dienst uitvoeren!" Daarna herhaalde Comdip dit in het Frans. Na deze woorden gaf hij het commando terug over aan de MAD en vertrok met henry voor een rondgang langs alle lokalen en terreinen, die ter beschikking stonden van de DIP.

 

VAN  KRO  TOT  RO

Tot zijn voldoening constateerde henry dat zijn werk in de DIP zeer afwisselend was. Hij hield immers van variatie. Bijna elke dag begon met een inspectieronde in de kamers en de lokalen. Daarna had hij tijd te kort voor het wekelijks opmaken van de  uurroosters voor al zijn pelotons, de inspectie van de instructeurs en hun onderricht, het commando voeren bij de schietoefeningen, het bijhouden van de administratie en het in stand houden van de goede organisatie van de eenheid. Op woensdagnamiddag was het sportnamiddag voor officieren en maakte hij deel uit van hun volleybalploeg. Kortom, als tweede in bevel van zo'n grote divisie viel hij niet in slaap. Elke avond nam hij de bus naar het station van Brugge, van waaruit hij per trein naar huis vertrok. Tenzij hij officier met wachtdienst was. Dat gebeurde twee à drie keer per maand hetzij tijdens de week hetzij in het weekend. Als officier van wacht verving hij buiten de diensturen de kwartiercommandant, zijnde z'n korpscommandant, en droeg alzo de verantwoordelijkheid over een marinebasis met duizend gewapende