- 137 -

 

 

ofte MM een peer te stoven. Zijn idee werd al vlug bevestigd: na een jaar was het geld van het eerste huisje al opgesoupeerd en verkocht tante Eveline reeds haar tweede huisje.

-- Tante Eveline, als ge er ooit zoudt aan denken om uw groot huis te verkopen, wilt ge me dan het eerst van al verwittigen? vroeg henry haar tijdens één van de uitstapjes. Ik ben kandidaat om het te kopen.

-- Ah, ja?

-- Ja. Het is voor ons uitstekend gelegen. Monique moet niet ver lopen naar de winkels op de Zwijnaardsesteenweg. We wonen er niet ver van het Sint-Pietersstation, van de oprit naar de autostrade, van het park... en van het Academisch Ziekenhuis, voor later, ge weet maar nooit.

-- Ik verkoop dat huis nu nog niet, hé. Ik verhuur het als 'Franse appartementen': elk verdiep wordt apart verhuurd. Maar als ge het nu al eens vanbinnen wilt zien...?

-- Jazeker! Maar de mensen die er in wonen...

-- Dat geeft niet. Morgen zal ik het met u en Monique eens gaan bekijken, besloot tante Eveline, die eerder de voorkeur gaf aan een verkoop aan henry dan aan de mouwvegerij van lijkenpikster Madam Moeilijk.

 

Het huis was perfect, stevig gebouwd en gemakkelijk ingericht voor Monique. Voor henry was er genoeg plaats voor al zijn bezigheden. Op de tweede verdieping was er zelfs een grote ruimte voor een schildersatelier, waar henry op dat moment nog niet durfde van dromen. Hoewel gebouwd in 1931 was het interbellumhuis vooruit op zijn tijd: modern gepland met ineenlopende plaatsen.

Zijn bonmama indachtig, had henry zijn keuze zeer vlug gemaakt. Dit verplichtte hem, in afwachting van de verkoop, tijdig actie te nemen in verband met het "huurcontract drie-zes-negen", dat hij bijna drie jaar voordien omtrent de Hertog Filips de Goedekaai 14 had ondertekend. Hoewel dit contract van kracht was geworden op 1 juni 1964, gaf de verhuurster hem, hoewel met spijt, toestemming om het reeds op te zeggen eind februari 1967 "omdat er toch direct nieuwe huurders waren voor dit mooi appartement". Daardoor kon henry in afwachting het huis betrekken van een andere tante, tante Lies, die als hulpbehoevende juist had besloten om bij haar dochter Germaine te gaan wonen. Tante Lies, een zuster van zijn grootmoeder Blondine, ging akkoord met een pachtopzeg van slechts drie maanden op voorhand. Met zo'n soepele regeling kon henry ogenblikkelijk ingaan op het te verwachten gunstig aanbod van tante Eveline. Haar bourgondische levensstijl liet henry daarenboven veronderstellen, dat hij vlug het groot huis ging kunnen kopen. Vol goede moed verhuisde hij aldus op 1 maart 1967 naar de kleine werkmanswoning van tante Lies in de Merelstraat. 't Was een somber, klein huis, dat nauwelijks plaats bood voor zijn meubilair. Daar heeft henry met tegenzin uiteindelijk zes jaar moeten wonen! Want blijkbaar had de verkoop van tante Evelines tweede huisje meer geld opgebracht dan verwacht.

 

Gans deze toestand speelde zich af kort voordat de problemen in Carels