- 140 -

 

HOOFDSTUK  XX

 

MILITAIRE   SCHOOL

 

"Een paragraafje

kan van

belang zijn"

KANDIDAATSTELLING

In de Koninklijke Militaire School, gelegen in de Renaissancelaan 30 te Brussel, werden de toekomstige officieren keihard opgeleid. Hun universitaire studies werden in dit internaat nog lastiger gemaakt door zware lichaamsoefeningen, een strikt avondschema en militaire specialisaties. De studenten droegen vanaf 't begin de legeruniform. Ze begonnen als soldaat en eindigden in het laatste jaar als onderluitenant. Tijdens de studies hadden ze het voordeel dat ze betaald werden overeenkomstig de graad die ze reeds bereikt hadden. Daarvoor moesten ze wel de verbintenis aangaan om na de studies in de krijgsmacht te dienen. Tweede voordeel: ze hadden direct werk.

 

Meestal studeerden er aan de KMS minder officieren af dan het leger nodig had. Hierdoor moest beroep gedaan worden op gegradueerden uit de burgerij, zoals henry. Deze werden aangeworven via examens van vakken die ze in hun hogere studies nog niet hadden afgelegd. Als beroepsofficieren kregen ze de stempel van 'aanvullingsofficieren'. In zekere zin was henry goedkoper voor het leger, vermits hij onder andere geen wedde tijdens zijn hogere studies had gekregen en zijn ouders bovendien zelf de studies hadden bekostigd.

 

Op 18 maart 1968, drie weken nadat henry zijn kandidatuur had gesteld, kreeg hij van de zeemacht een positief antwoord. Op 14 mei ontving hij reeds bericht van de Generale Staf met de opgave van het uurrooster en het verloop van de examens. Van dan af aan ging alles vlug, een beetje te vlug. Het eerste examen begon reeds op 27 mei!

Omdat henry reeds reserveofficier was, moest hij maar enkele examens meer doen voor beroepsofficier. Die moest hij in spoedtempo afleggen. De plaatsen waren beperkt. Terwijl zijn tegenkandidaten zich reeds lang hadden kunnen voorbereiden, restte hem nog slechts twee weken. Het enige wat hij deed was zijn kennis van het Frans terug wat opvijzelen door vlug acht Franstalige romans te lezen, die hij door hun pocketformaat gemakkelijk vanuit zijn vestzak kon bovenhalen tijdens de rustpauzes in Carels. En omdat elke officier moest kunnen zetelen in de krijgsraad, was er een test voorzien over de kennis van het gerecht. Hier had henry het geluk dat hij de notities hierover in vol vertrouwen kon lenen van KBO Roger Roesbeke, zijn boezemvriend sinds de opleiding in Arlon. En voor de rest vertrouwde henry dan maar op zijn durf en parate kennis.

 

De acht Franse pocketromans die henry las

ter voorbereiding van zijn examens aan de Militaire School.