- 174 -

 

 

duidelijk de hoofdrol speelde.

 

Jij smeet ze buiten met vrouw en al?

Ja, met vrouw en al. Ik wilde niet verantwoordelijk zijn voor de verkeersongelukken die ze in dronken toestand zouden veroorzaken. Als protest sloegen de twee onbeschoftste onderofficieren aan het muiten. De ene had een dikke nek, waar drie commodores gemakkelijk achter konden kruipen om uit de zon te staan. De andere paste met zijn dwaze boeventronie beter bij piraten dan bij zeemachters. Met hen had ik geen medelijden. Zij riskeerden gevang, wegzending uit het leger en geen inkomen. Maar ik was wel bezorgd over de toekomst van hun vrouwen en kinderen. Tijdens het onderzoek voor de krijgsraad zwakte ik daarom hun gedragingen af. Hierdoor ontliepen ze de krijgsraad. Ze werden in hun eenheid gestraft.

 

 Dat typeert je. En de vierde uitschieter?

Dat ging over één van onze dokters. Met deze uitschieter werd in de officierskringen nadien duchtig gelachen. Ik heb altijd veel waardering gehad voor het werk van dokters. Zij redden levens en zouden samen met wetenschappers enzovoort door de media meer in de belangstelling moeten gebracht worden. Maar, neen, 't zijn de voetballers, boksers en andere sportbeoefenaars, die de show stelen. Dwaas, hé. Dokters verdienen meer respect. Ik was ten andere zeer bevriend met het medisch personeel van de marinebasis en de hoofdgeneesheer was een persoonlijke vriend geworden. Natuurlijk zit er hier en daar, zoals bij vele beroepen, wel ne kloefkapper bij. En, 't moest toch wel lukken zeker, zó ene zat nu net in onze marinebasis. In die tijd trouwens niet te verwonderen. Minder bekwame dokters hadden minder patiënten en kwamen dan maar bij het leger, waar ze wel niet de bevelen mochten rondstrooien, maar wel de wedde van een officier konden opstrijken.

 

Mochten zij dan nog een dokterspraktijk hebben?

Ja. Zo kwam Kloefkapper 's morgens om zeven uur naar de ziekenboeg en vertrok omstreeks negen uur dertig al naar zijn "praktijk", zoals hij dat noemde. De rest van de dag werden eventuele zieken en gekwetsten verzorgd door miliciens-dokters. Op een morgen vernam ik van een matroos dat een andere matroos zich bij Kloefkapper had aangeboden en...

 

A propos, liet jij je ooit onderzoeken door Kloefkapper?

Neen. Als beroepsmilitair had ik de keuze. Voor een kleinigheidje ging ik overdag wel eens naar onze infirmerie. Na onderzoek bezorgde de milicien-dokter me dan het nodige medicament. Dat was allemaal gratis. Het land verplichtte zijn militairen immers om voortdurend paraat te zijn. Maar als het iets ernstiger was, ging ik naar mijn eigen huisarts. Daarvoor was ik met mijn gezin bij een ziekenfonds aangesloten en betaalde zoals elke burger. Waar was ik nu weeral gebleven?