- 231 -

 

 

-- Toch wel. Kijk. Vóór duizend negenhonderdtwintig boot met groen dakje links drie vingers open gat tussen de vissersboten. Ziet ge het?

-- Met het blote oog...

-- Neem mijn jumelle eens. Op azimut driehonderdvijftien, afstand negentienhonderdtwintig meter... Ziet ge die opening tussen de vissersboten? Kunt gij daar juist middenin schieten?

-- Mijn beste kanon kan dat, knikte de chef, maar zo'n bevel kreeg ik nog nooit.

-- Doe het, beval de luitenant en ze bekeken mekaars wit uit de ogen.

Delathouwer gaf de nodige orders en de bedienaars van het eerste kanon kwamen in actie. De loop draaide naar de opgegeven richting. Delathouwer keek enkele ogenblikken later naar achteren en knikte naar zijn luitenant.

-- Op mijn bevel... Voor het eerste kanon... Vuur! riep henry.

De knal weergalmde over de zeegolven en door de verrekijker zag henry enkele seconden later een enorme waterzuil de lucht inspuiten, exact middenin de door hem aangeduide open ruimte tussen de boten. Terwijl hij zag hoe er zich plots een zenuwachtige bedrijvigheid ontwikkelde bij de schippers en hun bemanning, hoe de netten vlug werden binnengehaald en de boegen gewend, klonk het gekende gereutel van de veldtelefoon en henry wist reeds op voorhand wie hij aan de lijn ging hebben.

-- Wat was dat! riep de corpulente kapitein-commandant, gij zijt niet goed, zeker! 't Lag daar nog vol boten!

-- Ja. Ze lágen daar. Nu niet meer. Ik ben verantwoordelijk voor mijn mannen en die zijn aan het bevriezen. Ik heb geen enkele boot geraakt en dus is alles in orde! riep henry terug, waarna de telefoon in de uitkijkpost werd neergesmeten.

-- Delathouwer, laat uw kanonnen maar volop bulderen, snelvuur! schaterlachte hij toen vijf minuten later het schootsveld volledig was gezuiverd.

-- We zullen terug moeten uitscheiden met vuren, berichtte de chef twintig minuten later met tegenzin, de mailboot naar Engeland is daar. Dat is de enige die door ons schootsveld mag passeren. Binnenkort zal er nog een voorbijvaren, maar dan richting Oostende. Binnen enkele uren gebeurt dat nog eens.

-- En hoelang duurt zo'n doorvaart?

-- Ge moet rekenen op twintig minuten.

-- Wat?! Twintig minuten! Dat kunnen wij ons niet permitteren. Onze munitie zal nooit opgeraken vóór het donker is. Blijven verder schieten. We zullen stoppen per boord. Let op mijn bevelen! schreeuwde henry tussen het gedonder van de schoten in, terwijl hij op de exacte plaats ging staan om zijn orders met precisie te kunnen geven.

-- Stuurboord, stoppen met vuren! Bakboord blijft verder vuren, brulde hij terwijl hij lichtjes door de knieën boog om de beide zones goed te kunnen onderscheiden.

-- Bakboord, stoppen met vuren! Niemand mag vuren! brulde hij toen de mailboot langzaam over de middenstreep schoof en hij zich kon indenken hoe de kapitein van dat passagiersschip zich voelde.

-- Chef, stuurboord mag terug beginnen vuren... Oké, nu mag bakboord ook vuren! riep hij van zodra het schip de overeenkomstige zone had verlaten en telkens zag hij hoe waterkolommen tot zelfs in het kielzog omhoog schoten.