- 260 -

 

 

-- Olala. En, luitenant, mogen we weten wat? insisteerde de eerste meester-chef, terwijl de twee andere medewerkers geïnteresseerd begonnen mee te luisteren.

-- Die gasten wedijveren meer dan dat ze schilderen. Wat een rivaliteit, zeg! Ze weren elke nieuwkomer. Maar 'k ga in hun cirkel toch een plaatske bemachtigen. Een plaatske, waar nooit iemand tentoonstelt. Dus, 'k doe niemand pijn. 'n Mooi plaatske dan nog wel: 't ligt in de schaduw! In de schaduw van een grote boom.

-- Onze luitenant is op het oorlogspad... Maar die pruts'rige concurrentie is toch niets vergeleken met militaire gevechten. Die kunstmarkt is toch geen spek voor uw bek.

-- Militairen en kunstenaars... Mannen, dat zijn twee werelden! 'k Weet het. Maar 't wordt tijd dat ik Den Verkoper een lesje leer.

-- Den Verkoper?

-- Ja, een amateurschilder die zich baas maakt van dat pleintje. Hij heeft de grootste plaats ingenomen. En, meesmuilde henry, mijn plaatske ligt juist naast zijn 'domein'.

-- Ziet ge 't wel: onze luitenant op 't oorlogspad. Hoe exposeren die kunstenaars hun schilderijen eigenlijk? mompelde Oswald terwijl hij zijn nek krabde.

-- Hun werken liggen zomaar op de grond te kijk, op dekens of op gazetten. Of staan half rechtop tegen hun auto's.

-- En hoe groot is dat plaatske in de schaduw? vroeg Oswald zo door z'n neus weg.

-- Ongeveer vijf meter, schat ik.

Met deze inlichting bracht henry, zonder het te beseffen, bij zijn mannen een actie op gang. Zij droegen hem op handen en wilden hem dit duidelijk maken. Oswald, die ook een opleiding van arbiter voor eersteklas voetbal had gevolgd, zorgde voor de aftrap. Fernand, de loodgieter van de kazerneringsdienst, werd op de hoogte gebracht en maakte in zijn vrije tijd met een waslijn en verroeste gasbuizen van de schroothoop een volledig opgesmukte, zilverkleurige, metalen stellage.

Een vernuftig idee, waardoor henry zijn schilderijen op de Gentse kunstmarkt duidelijk zichtbaar ging kunnen ophangen. Misschien een beetje té zichtbaar...

 

18 AUGUSTUS 1974

Auto volgestopt met schilderijen. Al sinds de vooravond.

Vandaag: zondag. Goed weer.

Vroeg uit de veren.

Monique, ongeïnteresseerd, bleef in bed.

Aangekleed om zes uur.

In de straat een hoorbare stilte.

Auto bijna geluidloos tot vóór de deur.

De zilverkleurige stellage vastgesjord op het bagagerek.

Vouwstoeltje en een hoop spulletjes in de koffer.

Zachtjes vertrokken.

Van zodra henry de hoek langzaam had omgereden, voelde hij zachte strelingen over zijn nek en schouders en een zalige rust kroop in zijn lichaam. Een zucht van verlangen verwarmde zijn lippen. De straten waren leeg en na een tiental minuten gleed hij als het ware de muisstille kunstmarkt binnen. 't Was eigenlijk zijn intrede. De eerste dag waarop hij zich als kunstschilder op de Gentse kunstmarkt ging manifesteren.