- 273 -

 

 

Drie? Waren er geen vier: de N1, N2, N3 en N4?

Jij bent bij de pinken, zeg! In Nieuwpoort werd echter een officier uitgespaard door de functies N2-N3 samen te bundelen.

 

 Ach zo. En dan?

Tijdens zo'n oorlogsspelletje ging overdag natuurlijk het normale werk ook verder. Dat betekende dus dubbel werk voor de oorlogvoerenden. De eerste nacht waarin ik vanuit de operatiekamer mijn bevelen gaf, gebeurde er niet bijster veel. Ik vond het onnodig om al mijn adjuncten wakker te houden. Ik liet hen slapen. Zelf bleef ik natuurlijk slagvaardig. In 't begin van de morgen, vroeg de N2-N3, ook een luitenant, me of ik zijn beurt wilde overnemen, omdat er een probleem was met zijn echtgenote. Daardoor ging ik natuurlijk achtenveertig uur aan één stuk door wakker moeten blijven.

 

Dat zou toch te vermoeiend worden. Heb je dat gedaan?

Sinds Arlon wist ik, dat ik daartoe in staat was. En onder collega's, hé... Een nieuwe groep adjuncten sloot zich de tweede dag bij mij aan en 't oorlogje ging verder. Om alle legereenheden te testen, creëerde het vierde echelon vanuit Brussel het ene incident na het andere. Bommen. Doden. Gekwetsten. Kapot materieel. De vijand rukte driester en driester vanuit het Oosten op. Voor alles moest tijdig een oplossing gevonden worden. Door middel van grote borden, die aan de muren hingen, hield ik met mijn groep in Nieuwpoort de toestand bij en stuurde verse manschappen en materieel naar de plaatsen waar die nodig waren. Zo'n toestand vraagt voortdurend aandacht. En overdag ging 't gewone werk ook nog verder. De derde dag moest ik afgelost worden door de N4, een oudere technische officier, die van onderofficier tot kapitein was opgeklommen en aan Klipmans had wijsgemaakt, dat hij later in de plaatselijke politiek ging stappen.

 

Maar... een militair mocht toch geen politiek bedrijven?

Ik heb wel gezegd: later. Hiermee bedoel ik: nadat hij in ruste was. Dat vooruitzicht klonk als muziek in de oudere Klipmans z'n oren, die daar zijn profijt in zag.

 

Dat begint loens te worden.

Klipmans was geen echte leider. Een leider stelt het belang van zijn mensen voorop. Profijtenjagers zijn slechte leiders. Maar sommige enkelingen van de basis deden eraan mee. Om te gelegener tijd te kunnen meeprofiteren, natuurlijk.

 

Dat ruikt naar chantage.

Eigenlijk wel. In de marinebasis van Nieuwpoort ontstond daardoor favoritisme en wrevel. Gewoonlijk ben ik loyaal. Maar... als ik zag hoe een onderofficier moest beginnen oppassen voor een eerste matroos... Ik bood weerwerk waar dit kon. Zo'n toestand heb ik in gans mijn carrière bij de marine uiteraard nergens tegengekomen. Maar, geloof me, uiteindelijk overwint de rechtvaardigheid toch. Dat heeft Klipmans ook ondervonden.