- 306 -

 

 

Alleen al voor zoiets zou men bij de marine willen ingelijfd worden, nietwaar?

Maar je vergeet dat ik officier van wacht was. Ik help wel graag iemand en 't was zonde dat ik die dame niet gelukkig kon maken, maar plicht gaat boven plezier. Ik moest zorgen voor de veiligheid van mijn schip en zijn bemanning.

 

Je hebt die dame toch niet afgescheept?

'k Moest wel, maar dat gebeurde eervol. Ik heb haar met de duim omhoog teken gedaan dat ik haar mooi vond, maar ook op een beleefde en zachte manier eraan toegevoegd, dat het door mijn functie voor mij onmogelijk was op haar voorstel in te gaan.

 

Maar als je geen officier van wacht was geweest, dan wel?

Dan ook niet. Doe nooit zoiets met medeweten van anderen, zeker als het ondergeschikten betreft.

 

Mooi... maar je had me iets sensationeels beloofd.

En belofte maakt schuld. Een halfuurtje later kwam die onderofficier terug naar mij toe: "Luitenant, ze vraagt nu om bij ons te mogen blijven slapen." Ik gaf mijn toestemming en daarmee was het de eerste keer dat een vrouw aan boord van een van onze oorlogsschepen is blijven slapen. Dat is toch sensationeel! Weet je, 't was nog de tijd van vrouwen-aan-boord-brengen-ongeluk. Zelfs onze commodore was die mening toegedaan. Maar over de Godetia heeft zich geen ongeluk voltrokken, hoor. Allemaal bijgeloof. Ook onze eerste admiraals weigerden vrouwen aan boord, noch 's nachts, noch als bemanningslid.

 

A propos, vanaf wanneer hadden jullie een admiraal?

Eén admiraal? Laat me niet lachen! 't Was zelfs net in deze zomer, in de zomer van 1976, dat er werd beslist om onze zeemacht te vereren met niet één, maar met vier admiraals wegens het uitbreidingsplan van onze vloot met fregatten.

 

Vier admiraals?

Jaja, drie bekwame admiraals. Prins Albert kreeg ook die graad. Dat is vier. Als de legertop vergaderde, was het belangrijk dat er van de zeemacht uit een admiraal aanwezig was. Want tussen de generaals werd onze commodore beschouwd als de laagste in graad, wat niet bevorderlijk was voor de marine. Van de marine uit speelden wij wel onze charmes en public relations als beste troeven uit.

 

Jullie charmes, haha... Zoals met die vrouwen op de Godetia, zeker?

De ene is toen 's avonds laat naar huis vertrokken. De andere wilde per se blijven en iets kolossaals beleven. Dat mocht van mij op voorwaarde dat ze 's anderendaags ten laatste om zes uur 't schip had verlaten. Telkens ik die nacht een ronde deed, piekesiesde ze er telkens in een ander bed lustig op los. 't Was van op-en-neer en op-en-neer, maar dan zonder golfslag, hé, en soms ook wel eens van op en af. Wauw, die dame zal gans haar leven