- 349 -

 

 

Eens werd het al te bar, toen de officieren van de Militaire Veiligheid op het Ministerie van Defensie henry ervan op de hoogte brachten, dat de nieuwe Minister van Defensie onveilig was. Aan het hoofd van het Belgisch leger stond dus een politieker die geen enkel geclassificeerd Nationaal document of NAVO-document in handen mocht krijgen! Dus geen enkele 'beperkte verspreiding' noch 'vertrouwelijk' noch 'geheim' noch 'zeer geheim' mocht hij te zien krijgen. De veiligheidsmensen en de generaal zaten met de handen in het haar, want aan hem vroeg die Minister van Defensie af en toe zo'n document ter inzage... Een gevaar voor België, een gevaar voor alle Belgen!

 

Generaals en Admiraals hebben na een harde opleiding een ervaring van bijna veertig jaar achter de rug. Met lede ogen merkte henry hoe zij moesten luisteren naar een minister, die totaal onbekwaam was inzake militaire aangelegenheden. Het enig doel van zo'n minister was om na de volgende verkiezing zijn wedde van minister te kunnen behouden. En als er dus bijvoorbeeld een nieuw type vliegtuig moest aangekocht worden, verwierp de minister de deskundige keuze van de luchtmachtstaf en koos voor een slechter type als hij er maar populairder door werd. Alweer een gevaar voor de Belgen!

 

Terwijl henry elke dag zijn plicht vervulde, viel hij van de ene verbazing in de andere. Het was bijvoorbeeld de gewoonte dat de drie topgeneraals en de topadmiraal - de stafchefs van het leger, de landmacht, de luchtmacht en de zeemacht - zich telkens gingen voorstellen als er een nieuwe Minister van Defensie was verkozen. Op een keer had deze laatste blijkbaar toch beseft dat hij minder bekwaam was dan hen en had zich daarom met zijn kabinetschef teruggetrokken in zijn ivoren toren, terwijl de vier hoge officieren in een zaaltje ernaast wachtten. De minister was er zich niet van bewust - of toch wel? - dat de tussendeur op een kier stond en zei met ferme stem tot zijn kabinetschef: "Laat die onbenullen maar binnenkomen." De stafchef van het leger was zodanig vernederd dat hij kort nadien ontslag nam. Dit was één van de incidenten die henry op het ministerie vernam. Zijn respect voor politiekers verminderde hierdoor zienderogen. Dat Belgenland, wat een zootje!

 

Het weerhield henry echter niet om te blijven doorzetten en om zijn doel te bereiken: de politiekers keurden zowat een decennium later dan toch de 'afschaffing' van de militaire dienstplicht goed. Hun angst voor een 'gevaarlijk' beroepsleger had henry kunnen wegdrukken door hen te verwijzen naar andere democratische landen, zoals de Verenigde Staten, waar een beroepsleger toch ook geen bedreiging was geworden voor de democratie.

 

In het voordeel van de jongelui had henry uiteindelijk zijn doel bereikt.

Veel later ontdekte hij de nadelen die aan deze 'afschaffing' verbonden waren.

 

 

 

*   *   *   *   *