- 379 -

 

 

zult ge 't hier niet zo gemakkelijk hebben als bij uw vorige commandant. Hier moet ge beginnen werken stipt om acht uur en moogt ge niet vertrekken vóór vijf uur." - "Jaja, commandant, daar zal ik me zeker aan houden." - "Kunt gij vervroegd met pensioen gaan?" - "Ja, maar dat is pas over een paar maanden." - "Dat dacht ik al. In dat geval kan ik u hier niet laten beginnen. De tijd en de moeite die wij in u moeten steken om u op de hoogte te brengen... Kortom, tegen dat gij hier uw taak kent, zijt ge weg!"  - "Neenee, commandant, dat zal niet gebeuren. Als ik bij u mag komen werken, blijf ik tot aan mijn normaal pensioen." - "Is dat beloofd? Echt beloofd?" - "Jaja, commandant, ik beloof dat." - "Dan kunt ge op 1 april bij mij beginnen."

 

En belofte maakt schuld, zegt het spreekwoord.

Maar blijkbaar niet voor haar. Voor mij is een woord een woord. Ikzelf kom steeds mijn beloftes na. Alleen in een geval van overmacht kan iemand van zijn belofte ontslagen worden. Maar dat was bij haar niet het geval. Enkele maanden later vertrok ze toch met vervroegd pensioen.

 

Oei. Zij heeft misschien haar belofte geschonden omdat ze op je 'schip' verkeerd werd behandeld of zo.

Hoegenaamd niet. Ik heb altijd mijn mensen goed in de gaten en sta borg voor hun correcte behandeling. En de minste onderlinge ruzie of wat dan ook druk ik meteen de kop in. En op mijn 'schip' gebeurde niets verkeerd. Bovendien, vooraleer ze op mijn 'schip' kwam, kende ze al Marie-Claire en de rest van mijn bemanning zeer goed. Ze had dus geen reden om te klagen. Neen, voor mensen als zij kan ik enkel misprijzen opbrengen.

 

Je kennende, zal dit voor haar zeker wel gevolgen gehad hebben.

Dat kon ze wel verwachten. In de periode dat ze ons verliet, had kolonel Bunckens een grootse barbecue gepland voor al zijn personeel met hun echtgenoten. Zij had zich ook ingeschreven. Haar man kwam tijdens die BBQ naar me toe en was zo stom me te verwijten, dat ik haar houding af keurde. Met een misprijzende blik keek ik over zijn hoofd heen en heb hen voor de rest van die dag totaal genegeerd. Hierdoor werd ze persona non grata. Ik weet dat dit hard aankomt bij een ondergeschikte, maar ik was dit verschuldigd aan mijn bemanning, want door haar aan te monsteren, had ik een fout begaan ten nadele van hen. Zij had er mij ingeluisd en moest er de gevolgen van dragen.

 

Maar jij zat wel terug zonder vrouwelijke bediende.

Ik was natuurlijk meteen tot actie overgegaan om een nieuwe vrouwelijke bediende te krijgen. Maar toen kwamen mijn nieuwe Number One en enkele andere bemanningsleden mijn bureau binnen. "Commandant, wij hebben al een geschikte kandidate gevonden. Tijdens de koffiepauze van daarnet hebben we La Belle gepolst en zij wil hier komen werken."