- 405 -

 

 

Na enkele glazen durfde Roger het aan om de diepste roerselen van zijn ziel aan henry bloot te leggen.

-- Mijn adjudant maakt het me op het werk zeer moeilijk. Elke dag. Thuis zeg ik er niets over. Of toch zo weinig mogelijk. Ik wil mijn vrouw en mijn kinderen sparen.

-- Roger, ge kent me toch, hé, ge moogt mij alles vertellen. Als ik u kan helpen, dan doe ik dat.

-- Ik kan het moeilijk uitleggen, schuddebolde Roger, misschien komt dat omdat ik rijkswachter ben.

-- Ja, ik versta dat. Ze hebben ons allebei gedrild, hé, en dat weerhoudt de meesten van ons van te reageren. Maar de discipline bij de Rijkswacht is heel anders dan bij de Zeemacht. Weet ge dat een paar generaties geleden elke kandidaat-rijkswachter zelfs zijn vader en moeder moest afzweren? Ondertussen heeft de Rijkswacht dat wel versoepeld, maar blijkbaar loopt het bij u toch mis.

-- Jaja, knikte Roger en zijn ogen werden vochtig.

-- Kom, man, stort eens uw hart uit, ge moogt mij ten volle vertrouwen.

-- 't Is erg, hij tergt me elke dag. Van 's morgens tot 's avonds... Ik kan niets goed doen... Hij onderdrukt en kleineert me... Hij zoekt me... Ik krijg de slechtste jobs.

-- Waarom doet hij dat?

-- We zijn daar maar met enkelen, 't is een kleine brigade. Ze trakteren de adjudant voortdurend, maar ik kan dat niet. Ik heb mijn geld broodnodig voor mijn gezin.

-- Is het dáárom? Omdat ge hem niet trakteert?

-- Ja. En onze officier steunt hem. Ik ben machteloos.

-- En hoelang duurt dat al?

-- Goh! Al zeer lang... Ik ga eraan kapot. Ik voel het.

-- Ik zie het... De smeerlap, siste henry. Ge moet daar zo vlug mogelijk weg, man!

-- Ik heb mijn overplaatsing gevraagd naar de alarmcentrale, in Gent, maar daar komt geen reactie op.

-- Hier zie, een papierke uit mijn succesagenda. Schrijf daar eens al de gegevens op van u en van de plaats waar ge naartoe wilt muteren. Ik zal me met uw probleem eens bemoeien.

De rest van de dag liep alles gesmeerd. Roger had precies een beetje meer goesting gekregen in het leven.

 

Van zodra henry op zijn werk was gearriveerd, begon hij te telefoneren. Hij had relaties genoeg. Machtige relaties. En de verzekering dat Roger zijn overplaatsing ging krijgen, kreeg hij! Eind goed, al goed, dacht hij en wilde zijn vriend na de dagtaak op de hoogte brengen van het goede nieuws... Maar hij was te laat: nog diezelfde dag vernam hij in een eerste onheilstijding dat alles vergeefs was, omdat de dokter van de Rijkswacht bij Roger een dodelijke ziekte had vastgesteld. Direct daarop kreeg henry in een tweede tijding te horen dat Roger met helse spoed in de Sint-Vincentiuskliniek van Deinze werd opgenomen. Rogers levenseinde zou betekenen dat de Rijkswacht de aan hem beloofde job aan een andere kon geven...