- 422 -

 

 

Maar henry heeft dat leerboekje nooit volledig kunnen verslinden. Op 26 augustus 1983 mocht hij immers al terug naar huis. Twee dagen voordien hadden de verpleegsters hem verwittigd: "Vrijdag moogt ge naar huis. De dokters hebben dat daarnet beslist." Daarmee genoot henry van een groot voorrecht: patiënten werden hiervan normaliter maar op de dag van hun ontslag op de hoogte gesteld.

* * *

Je opname in het hospitaal was als een donderslag bij heldere hemel.

Natuurlijk. Een hartinfarct op mijn leeftijd. Achteraf vernam ik ook dat men op het ministerie fel was geschrokken. Hoe kon dat nu? Een marinier die altijd lachte, overal vrolijk verscheen en zo kerngezond was.

 

En, henryEC,  hoe ging het er in het UZG aan toe?

Ik ben daar zeer goed verzorgd geworden. Uitstekend personeel. Bekwaam. Vriendelijk. Soms sliep ik gespannen in als de verpleegster met avonddienst aan mijn bed een merkteken plaatste. Dat betekende, dat ik 's anderendaags geen ontbijt kreeg omdat ik een onderzoek moest ondergaan. 's Namiddags mocht ik bezoek ontvangen en elke avond was het rusttijd.

 

En heb je, behalve dat plots overlijden van je vriend, tijdens die dagen nog andere vermeldenswaardige dingen beleefd?

Vermeldenswaardige? Zeg maar: plezante.

 

Plezante? In een ziekenhuis?

 Jaja, in een ziekenhuis. Op het einde van mijn verblijf in het Universitair Ziekenhuis van Gent verliet ik zo nu en dan eens mijn kamer om een beetje voorzichtig te beginnen rondwandelen in de gang. En zoals je weet, was mijn kamer gelegen op de achtste verdieping van Blok K12 en dat was het hoogste gebouw van het UZG. "Zeg, henry," riepen vier medepatiënten op een dag, "kom hier eens kijken! Zeg, dat is hier nogal wat anders dan bij de mariniers!" Op mijn dooie gemak - ik kon nog niet anders - slenterde ik naar hen. Ze stonden op het einde van de gang door een groot venster naar beneden te kijken. "Wat is er?" vroeg ik. "Kijk, kijk, ziet ge dat dan niet?" drongen ze er bij mij op aan. "Maar, henry toch, daar beneden. In dat groen van Blok K13. Ziet ge dat groen bewegen? Awel, tussen die planten is daarnet een vrouw gekropen." K13 was het Blok van de 'zotten', een gelijkvloers gebouwtje, waarin het UZG zijn psychiatrische afdeling had geïnstalleerd. "En dan? Waarschijnlijk vond ze de wc niet rap genoeg, hé", concludeerde ik lachend. "Nee, henry, nee! Gisteren heb ik het ook gezien. Wedden dat er nu ook een vent uit Blok 13 zal komen en ook in dat groen zal verdwijnen!" Hij had het nog maar net gezegd, of er sprintte inderdaad een man uit K13 regelrecht het groen in. Rok, broek, bloes, beha, onderbroeken, 't vloog allemaal de lucht in en verdween terug tussen de struiken. "Zeg, mannen, we hebben ons van Blok vergist. Het is daar precies beter dan hier." - "Ik peins er nog niet over. Kom, daar kan ons hart nu nog niet tegen."

 

Dat was inderdaad een plezante.

 Wacht, hier volgt nog ene. Je weet dat de verpleegsters me twee dagen op voorhand hadden verwittigd dat ik terug naar huis mocht gaan. Hiervan kon ik Monique meteen in kennis stellen, zodat ze mijn valies en andere benodigdheden zonder haast kon brengen. "Breng me vandaag ook maar mijn panamahoed", voegde ik er aan toe. Ik voelde me immers plots onzeker om naar huis te gaan.