- 587 -

 

Een mooi ‘cadeautje’

waardoor ze voor

de rest van haar leven

ging kromgroeien.

 

HOOFDSTUK  LXII

DE  AFREKENING

 

 

Woensdag, 24 november 1993. Het was ijzig koud buiten. De dag voordien had hij nogmaals gecontroleerd of zijn wintermaatregelen voor de motorhome doeltreffend genoeg waren en hieromtrent was hij nu gerust. Maar het had hem diep getroffen dat de collies tijdens zijn afwezigheid de vijf waterschildpadjes hadden opgegeten en hiermee was ook de herinnering aan de dood van Toto, zijn papegaai, weeral naar boven gekomen. Immers, al gans zijn leven had henry zich zeer verantwoordelijk gevoeld voor alles waarvoor hij moest zorgen. Dat was vermoeiend, soms uitputtend. Daarom had hij vandaag tegen zijn gewoonte in eens lang uitgeslapen. Timi lag nog in bed, toen hij in de brievenbus twee enveloppen vond. Eén was van zijn advocaat. Die schreef dat zijn zoon Sven de minnelijke schikking had verworpen. Verbeten keek de marinier-kunstschilder voor zich uit. De gemeenplaats “ondank is ’s werelds loon” bleef maar door zijn hersenen fladderen. Op dat moment rinkelde de telefoon. Het was zijn advocaat en henry, vol spanning, nam direct het woord. Zijn gemoed rolde eruit.

-- Goeiemorgen, meester. Ik heb net uw brief gelezen. ’t Is erg. Na al wat ik voor mijn zoon heb gedaan en nadat hij me bestolen heeft…

-- Ik heb erg nieuws over Sven… Sven heeft zelfmoord gepleegd…

Korte stilte.

-- Hoe weet u dit?

-- De inlichting komt van de notaris. Die heeft het van Svens grootmoeder.

Opnieuw een korte stilte.

-- Dank u, meester, zei henry en legde de telefoon neer.

 

*

De inlichting kwam dus van MM. Zij maakte al gans haar leven jacht op erfenissen en had ook nu vlug met de notaris contact genomen. Minutenlang zat henry die morgen gevoelloos strak voor zich uit te staren. Gevoelloos, ja zelfs hardvochtig, want hij zag in Sven allang geen vriend maar wel een vijand. Dat was zo henry zijn methode om zich staande te houden. Nu was het voor hem een hele opluchting toen hij plots besefte dat de toestand opnieuw in zijn voordeel was veranderd. Dat had hij voorzeker terug te danken aan de ‘mysterieuze hogere hand’. Nadat hij Timi op de hoogte had gebracht, vernam henry via enkele telefoontjes dat Sven in coma lag op de Intensieve Zorgen van het Universitair Ziekenhuis Gent en hoogstens nog twee dagen in leven kon blijven. Ook vernam hij dat Sven op maandagavond MM had verlaten en op dinsdagmiddag bij haar zou komen lunchen. Omdat hij die dinsdag niet was komen opdagen, was ze op den duur naar zijn studio gegaan in de Kleppersstraat. Omdat Sven niet kwam opendoen en er achter de deur een gerochel klonk, werd ze bang en had ze de politie gewaarschuwd. Om vijf uur ’s avonds slaagde men erin om de deur in te beuken. Sven lag op zijn bed. Hij had zich met een antiek-replica cowboy revolver type ‘John Wayne’ door de slaap geschoten.

 

*

Dat de woning van zijn zoon zo dichtbij lag, was voor henry een verrassing. Hij ging er dan ook met Timi eens poolshoogte nemen. Daar vernamen ze van een buurman dat Sven al een hele tijd een nieuwe vriendin had: “De morgen van de suïcide was hij zeer zenuwachtig omdat ze het in het weekend had uitgemaakt. Toen hij ook nog zijn auto niet aan de gang kreeg om naar zijn werk te rijden – het was erg koud en er lag veel sneeuw – stapte hij er woest terug uit en liep de gang in en de trap op.” Het schot had niemand gehoord.