- 646 -

 

 

Maar je hebt toch ook je invloed kunnen aanwenden buiten het leger? Je hebt immers op het Ministerie van Defensie in Brussel gewerkt?

De Zeemacht gaf me inderdaad die kans om op het hoogste echelon en dit dertien jaar lang duizenden gezinnen gelukkig te maken door hun zonen te helpen die in moeilijkheden verkeerden. Omzeggens in elke familie in Vlaanderen, in Wallonië en in Brussel is er minstens één gezinslid dat ik uit de nood heb geholpen.

 

Helpen… dat hebben de scouts er bij jou van jongs af aan ingepompt.

Helpen, zelfs in Ellezelles. In het begin wist ik nog niet welke nadelen de Vlamingen in België met de Walen ondervonden. Daarom kwam ik ook daar de mensen te hulp. Het was toen bijvoorbeeld juist de opkomst van de gsm en in Ellezelles – een dorp met toen amper vijfduizend vierhonderd inwoners – hadden ze geen verbinding. Ik deed het nodige en de provider plaatste er een zendmast. Probleem opgelost.

 

Ik heb gehoord dat dankzij jou daar ook de grote Muziekkapel van de Zeemacht is opgetreden.

Nee, dat was het werk van fregatkapitein Roger Van Ransbeek, die ik goed kende. Hij was in de dienst Public Relations Zeemacht mijn functionele overste. Hij zetelde in Brussel toen ik na een geslaagde carrière als beloning van de admiraal baas mocht zijn van de pr-dienst in Zeebrugge. Aan dat optreden van onze Muziekkapel is ten andere een plezante anekdote verbonden.

 

Vertel eens.

De burgemeester van Ellezelles had me op een dag gevraagd om daar in zijn school over de Zeemacht te komen vertellen. Dat heb ik uiteraard in uniform gedaan en het viel me op dat daar veel jongens interesse kregen voor de Zeemacht. Daarom vroeg ik nadien aan commandant Van Ransbeek om onze Muziekkapel eens te laten optreden in Ellezelles. Dat ging zeker op die jonge geesten indruk maken.

 

Dat is zeker: een muziekkapel van zowat veertig man in vol ornaat… En is je dat gelukt?

Ja, maar het scheelde niet veel, want toen de admiraal, die altijd gewend was om zijn oorlogsschepen en zijn manschappen uit te zenden naar grote wereldhavens, zich in Brussel over die aanvraag boog, trok hij zijn wenkbrauwen hoog op en vroeg aan Van Ransbeek: “Ellezelles? Waar is dat? Ligt dat aan een water? Zijn daar aanlegsteigers? Kan daar een van onze schepen naartoe?” Zowel Van Ransbeek als ikzelf stond bij de admiraal in hoog aanzien en dat is de reden waarom de admiraal de Muziekkapel toch nog naar Ellezelles heeft gestuurd… per bus.

 

Als ik alles begin op te tellen, hebben de Vlamingen toch veel gedaan voor Wallonië.

Dat is nog maar een kleinigheid. Maar daarover wil ik het later hebben. Ondertussen beweren de Walen dat die Vlaamse hulp normaal is, omdat zij vele Vlamingen anderhalve eeuw vroeger – in de ‘tijd van de Waalse steenkolenmijnen’ – toch ook geholpen hebben door ze als mijnwerkers te hebben aangeworven.

 

Ja, dat weet ik ook.

Maar ze verzwijgen het ergste. Van getuigenissen weten we immers dat die Vlaamse mijnwerkers door de Walen in de erbarmelijkste omstandigheden werden tewerkgesteld, onhygiënisch en in volle armoede werden gehuisvest, ondermaats werden betaald en wekenlang uit hun gezin werden weggerukt. Later werden zelfs de winsten van de Vlaamse kolenmijnen van de Kempen gebruikt om er de verliezen van de onproductieve Waalse kolenmijnen mee te dekken.