- 698 -

 

 

Ovaal: KARIN  DE  COIFFEUSE

EN

HAAR   KLAAGZANG
 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Kom maar binnen. Gij zijt mijn laatste klant… Ja, ik kan niet anders. Ga alstublieft maar zitten. Jaja, ik ben nog maar acht jaar coiffeuse, maar ik stop met mijn kapsalon. Door dat coronavirus. Maar het zijn eigenlijk de politieke mannekes die me de das omdoen. Ongelooflijk, hé. Ik zal het u eens vertellen. ’t Moet toch van mijn hart. Eerst moest ik van die mannekes mijn salon vele maanden, werkelijk vele maanden aan een stuk door sluiten. Dat kon ik nog aanvaarden. Dat was nog normaal, maar voor mij toch al een harde periode. Maar ik begreep het. Ik was ten andere niet de enige zelfstandige die mijn klanten niet meer mocht binnenlaten door dat virus covid-19. Op de televisie deelden die politiekerkes mee, dat we steunmaatregelen mochten aanvragen en gingen krijgen. Geld, subsidies of zo. Maar ze voegden er niet aan toe, dat wij als zelfstandigen dat geld later gingen moeten terugbetalen. Zelfs met intrest. Het publiek vond dat die mannekes nobel waren, maar wist niets af van die terugbetaling. Een vuil spelleke, hé. Ik vernam het van andere middenstanders die het geld al gekregen hadden. Het was een schijnheilig gedoe. De overheid deed alsof, om ons en het publiek te sussen. Moest ik daaraan meegedaan hebben, het zou nadien voor mij een nog hardere noot geweest zijn om te kraken als ik dat geld had moeten terugbetalen. En dat terwijl ik nog uit mijn misère moest kruipen. Gelukkig had ik vroeger wat kunnen sparen. Daarmee kon ik mijn huur en mijn andere uitgaven in de eerste maanden een tijdje blijven betalen. Maar voor vele zelfstandigen was dat al de doodsteek. Ze waren failliet. Maar ook ikzelf zat al op mijn tandvlees. En toen kwam het verlossend verdict van de premier op vrijdag 5 februari 2021: de coiffeurs en de andere niet-medische contactberoepen mochten vanaf zaterdag 13 februari hun zaak terug openen. En de premier voegde er zelfs aan toe dat zijn besluit definitief was en dat de coiffeurs zeker nadien niet meer opnieuw gingen moeten sluiten. Oef. Eindelijk, dacht ik, want ik zou het niet veel langer volgehouden hebben. Ik was dolgelukkig. Ik sprong een gat in de lucht van plezier. Door dat verdict van de premier was ik echter wel verplicht om mijn laatste centen op dat moment te gebruiken om de veiligheidsmaatregelen te treffen die de premier me oplegde om mijn klanten in mijn zaak tegen het virus te beschermen: ik moest mijn meubilering aanpassen, chirurgische mondmaskers kopen en ook producten inslaan om na elke klant de zaak grondig te reinigen. Maar dat nam ik er maar bij, want ik was och zo blij dat ik mijn klanten terug mocht zien en centjes kon verdienen. Die laatste opoffering kon ik dus wel aan en ik had opnieuw veel moed gekregen omdat de coiffeurs definitief gingen mogen openblijven. Eén kost was voor mij nochtans bijna onmogelijk: ik moest dure professionele ventilators kopen die door beroepsmensen aan mijn plafond moesten bevestigd worden. Dat liet ik in vlug tempo uitvoeren en na die werkzaamheden kwamen ze zelfs nog controleren of ik wel in orde was.