- N,m6,h7,11 -

 

 

 

 

 

 

 

 

SITUATIES (2)

 

 

 

 

Hoewel het nooit bij Edmond zou opgekomen zijn om in de post te gaan werken, hadden de oorlogsomstandigheden hem er gebracht. Zowel in Vlaanderen als in Duitsland moest hij er allerlei jobs doen.

Nog vóór hij naar Duitsland werd opgeëist, moest hij in Gent de postauto's konvooieren omdat hij in het leger een goed schutter was. Het verzet tegen de Duitse bezetting groeide. De postauto's werden het doelwit van aanslagen om zowel geld als eetbonnen te bemachtigen. En vermits de verplaatsingen ook 's nachts gebeurden, was het dubbel opletten geblazen.

Edmond zat zoals steeds met zijn pistool schietensklaar in de holster naast de chauffeur. 't Was pikkedonker en de bestuurder had een raar voorgevoel. Terwijl ze door de verlaten Gentse straten reden, vroeg hij: "Wat doe ik als ze plots midden op de weg staan om me te doen stoppen?" "Gewoon doorrijden", antwoordde Edmond.
Hij had dit nog maar pas gezegd of twee straten verder hadden ze prijs. Toen ze de hoek omdraaiden, sprongen plots drie mannen een eind verder midden op de straat en beduidden dat ze moesten stoppen.

Edmond hield zijn pistool ongemerkt op zijn knie vast en de chauffeur was automatisch trager beginnen rijden. "Edmond! Ze zijn ook gewapend," siste hij, "wat moet ik doen?" Al reed de wagen langzaam, snel naderden ze de zwaaiende, gewapende mannen. "Nog een beetje vertragen", zei Edmond, terwijl hij de afstand schatte, en toen: "Nu! Vol gas!" De chauffeur duwde het gaspedaal totaal in en de auto schoot met piepende banden vooruit.

Eerst drie verschrikte gezichten en dan twee mannen die tegen een voorgevel werden gekeild.

Met spoed en met een zucht van verlichting reden Edmond en de chauffeur verder...

i