- H m16 h38,1 -

 

HET  REGIME

IN  EEN  PSYCHIATRISCHE  KLINIEK

IN  1977

 

 

Door zijn cursussen psychologie was luitenant henry al sinds zijn studententijd bijzonder nieuwsgierig geworden naar de manier waarop de patiënten in een psychiatrische kliniek werden behandeld. Zijn professor had deze nieuwsgierigheid niet bevredigd. Maar nu, erg gechoqueerd nadat 'ze' de verstandige en kalme Feelijk in een mum van tijd nutteloos in een zombie hadden veranderd, was hij er uiteindelijk in geslaagd om in het 'Gasthuis' van Antwerpen, een psychiatrische kliniek, binnen te dringen. Daar was hij er getuige van, hoe verraderlijk het systeem was en hoe vlug men hier misbruik kon van maken om iemand te laten opsluiten en onmondig te verklaren. Ook noteerde hij - fouten inbegrepen - uit de 'Onthaalbrochure' en het inwendig reglement van de kliniek enkele citaten, die met de U-beleefdheidsvorm er niet de schijn van hadden, doch waarin wel degelijk addertjes onder het gras schuil gingen.

 

 

Vergunningen: In het kader van de behandeling kunnen vergunningen toegestaan worden door de geneesheer-diensthoofd. De aanvraagformulieren kunt U bekomen bij de zaalverplegende. Principieel wordt geen vergunning toegestaan voor Uw eerste weekend alhier.

Telefoon: In de grote gang bevinden zich telefooncellen (plan nr.8). U kunt er ook buiten de stad bellen. Langs de centrale  worden geen oproepen voor zieken aanvaard. De zieken moeten zelf hun familie oproepen. Het gebruik van de telefoontoestellen van de zaal is verboden aan de patiënten.

Formaliteiten bij ontslag: ( ... ) Ga de sekretarissen niet lastig vallen om te weten op welke dag en uur U het Hospitaal mag verlaten. Zij zullen U wel tijdig oproepen. Zij hebben veel werk en indien zij herhaaldelijk onderbroken worden, loopt U het risico dat Uw dossier met een dag vertraging afgehandeld wordt en U een dag langer in het Centrum moet verblijven.

 

 

Luitenant henry stelde vast hoe patiënten - geesteszieken! - met zo'n inwendig reglement door hun 'zaalverplegende' konden geboycot worden, hoe patiënten met te weinig geldstukken problemen ondervonden om naar hun familie te telefoneren en hoe patiënten op nog andere manieren werden gepest. De bezoekuren waren zeer beperkt, zodat het voor de familieleden, die meestal van ver moesten komen, bijna ondoenlijk was om voldoende contacten met de patiënt te onderhouden.