- H m17h49,3 -

 

Daarna hadden de Vlamingen enkele eeuwen zwaar te lijden onder de Franse en de Spaanse bezettingen. In 1540 weigerde Gent de zware belastingen aan Keizer Karel te betalen, waarna de keizer vijfentwintig Gentse leiders liet ombrengen. Een hoop andere Gentenaars moest voorbij hem defileren in wit hemd met een strop rond de hals en op blote voeten. Sindsdien noemen ze de Gentenaars: 'stroppendragers" of kortweg 'stroppen' en daar zijn ze fier op.

 

 Amper tien jaar later vaardigde Keizer Karel het 'Bloedplakkaat' uit, omdat een hoop protestantse Vlamingen tegen de katholieke kerk opkwam: elke Vlaming die iets bezat of deed dat eigen was aan het protestantisme, werd na erge folteringen ter dood veroordeeld en levend op de brandstapel veranderd in een hoopje as en rook.

 

Deze 'Spaanse Inquisitie' werd een verschrikking. Vele Vlamingen konden naar het noorden vluchten. In 1585 ontstond de definitieve scheiding tussen de Noordelijke Nederlanden - het latere Nederland - en de Zuidelijke Nederlanden ofte kortweg Vlaanderen. De gevluchte Vlamingen hadden met de protestantse Bijbel goed leren lezen en schrijven; met deze intellectuelen en kooplui kende Nederland vanaf die tijd veel voorspoed: men sprak zelfs over de 'Gouden Eeuw van Nederland'.

 

Rond 1700 pakte Frankrijk zomaar een gedeelte van Vlaanderen af, dat in het noordwesten lag, en noemde dat gebied 'Flandre Française'. De Vlamingen mochten daar na enige tijd zelfs geen Nederlands meer spreken op straffe van aanzien te worden als collaborateurs. Hun kinderen werden zelfs op school gestraft als ze op de speelkoer nog één woord Nederlands spraken.

 

Van 1815 tot 1830 vormde het katholieke Vlaanderen één geheel met het protestantse Nederland. Hiermee verbeterde eindelijk de toestand van de Vlamingen. Maar dat was een doorn in het oog van de Walen. Met de hulp van Frankrijk én de franskiljonse werkgevers én de katholieke kerk oefenden zij op de arme Vlaamse werkmensen zware druk uit om hen tegen de Nederlanders op te ruien. Toen de strijd uitbrak, wilde de verstandige Nederlandse koning Willem I van Oranje-Nassau geen bloed laten vloeien tussen de twee Nederlandstalige bevolkingsgroepen en na een korte strijd werd België in 1830 gesticht met een Vlaamse meerderheid en een Waalse minderheid.

 

Het mentaliteitsverschil tussen de Vlamingen en de Walen moest vroeg of laat tot spanningen en conflictsituaties leiden. Al bij het ontstaan van de nieuwe Belgische Staat werd een decreet door het Voorlopig Bewind uitgevaardigd, waarbij het Frans werd uitgeroepen tot de enige officiële taal! Hierdoor werden de Vlamingen - nochtans de grote meerderheid van de bevolking - in België definitief als tweederangsburgers gecatalogeerd. Maar toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak, vond men de Vlamingen blijkbaar toch belangrijk genoeg om te sneuvelen... Want toen richtte koning Albert I zich tot zijn volk met de woorden: "Vlamingen, gedenkt den Guldensporenslag. Walen, gedenkt de zeshonderd Franchimontezen." Het werd een vuile oorlog waarin Vlaamse soldaten de Franstalige bevelen van Waalse officieren moeilijk begrepen, zodat verschillende Vlaamse soldaten zonder het waarom ook maar enigszins te begrijpen door een vuurpeloton werden geëxecuteerd. Maar wie wind zaait, zal storm oogsten: in Vlaanderen begon toen eindelijk het gevoel van eigenwaarde te ontkiemen.