- N m11 h16,6 -

 

"DE MUUR DOEN" VIA DE KANTINE

 

Na enkele maanden legerdienst werden henry en zijn pelotonsmaten bij de "anciens" gerekend. En om werkelijk tot de "echte anciens" te behoren,  moest men aan z'n wapenbroeders tonen dat men risico's durfde nemen. Zo was het bijvoorbeeld  gewaagd om "de muur te doen", een spelleke waarbij men zonder toelating de kazerne verliet. Zo'n stunt was praktisch onmogelijk en als men betrapt werd, werd men streng gestraft. Dus deed henry dat twee keer! Maar weldoordacht...

Na het avondappel en het 'doven van vuren en lichten' kroop hij uit zijn bed. Daarna frommelde hij voldoende gerief onder zijn deken, zodat het bij de nachtelijke controles leek alsof hij er nog lag. De eerste keer maakte hij van een moment onoplettendheid van de militaire politie gebruik om samen met een vriend achter in de kazerne door een goed bewaakte opening te sluipen. Oh, wat smaakte dat bierke achteraf zóveel lekkerder in dat nachtcafeetje... De tweede keer wilde hij het nog pikanter uitvoeren: via het wachtlokaal! Hoe kon hij de postcommandant en zijn ganse ploeg verschalken? In de CMC werkten een paar meisjes onder leiding van een ongehuwde hoofdkantinière, door de miliciens "Miss Poep" genoemd. Ze was verzot op lange, jonge mannen, maar dat wisten ze in henry's peloton nog niet. De typische CMC-uniform spande strak omheen haar gezette rondingen, maar de jonge militairen plachten liever te genieten van haar grandioze pintenservice dan van haar andere volmaakte, natuurlijke gaven. "Kunt ge ons vanavond eens naar buiten smokkelen?" fluisterde henry haar tussen twee bestellingen in. Hij wist dat ze elke avond met haar auto naar huis reed. "Ons? Met hoeveel zijt ge misschien?" - "Met vier", flapte henry er uit. Van achter de toog keken haar twinkelende ogen over henry's schouder de zaal in. "Is die lange daar ook één van uw peloton?" - "Die lange uit Antwerpen? Ja. Waarom?" - "Allee, 't is goed. Ge moogt meerijden als hij meerijdt. Mijn auto staat op het parkeerterrein. Ik moet tóch eerst mijn kas afsluiten." Nog vóór het avondappel had henry alles gefikst. Twee van zijn vrienden wilden het ook wel eens proberen en de lange Antwerpenaar deed ook mee. Na het 'doven van vuren en lichten' toverden ze hun bedden deskundig om en kwamen bijeen op de donkere parking. " 't Is te hopen dat de officier van wacht nu geen ronde doet, hé", proestte de plezantste. Maar zijn woorden waren nog niet koud of daar dook Miss Poep uit de donkerte op en wees meteen naar de Antwerpenaar: "Gij, van voren. De rest, van achter." Ze doken de auto in. In stilte naderden ze het wachtlokaal. "Allemaal bukken." De postcommandant liet haar voorbijrijden en wuifde zelfs naar haar van achter zijn verlicht kantoor. In het centrum van Arlon hield ze halt vóór een café. "Uitstappen. Maar gij niet," zei ze kortaf tot de Antwerpenaar, die met één been al buiten de auto stak, "gij rijdt met mij mee."

Het trio genoot van een amusante nacht. En de Antwerpenaar? Enkele dagen later wilde Miss Poep hen terug naar buiten smokkelen, maar het lukte niet meer: henry kon de lange Antwerpenaar met geen enkel, maar dan ook geen enkel argument nog overtuigen om hen te helpen.

i