- N m14 h27,18 -

 

 

En voor een gans varken op 't spit zijn we ook niet ingericht.

-- 'k Hoorde dat g' een grote put nodig hebt. Maar, maak u geen zorgen. Mijn tweede adjunct is er al een paar weken mee bezig en heeft tijdens uw afwezigheid reeds bijna alles geregeld, verzekerde de N3 en telefoneerde tegelijkertijd naar die adjunct. Kom eens naar mijn bureau, beval hij.

Die tweede adjunct was een 'salonofficier'. Zo ene, die altijd met een pint en veel gestes in de wardroom rond de CEM ofte de korpscommandant zweefde en hem hoogdravend de indruk wilde geven, dat hij en alleen hij de geschikte man was om alle problemen voor de CEM op te lossen. Maar in werkelijkheid bracht hij nadien steeds de verlangens van de korpscommandant over naar de andere officieren met de woorden: "De korpscommandant wil dat dit zo vlug mogelijk gebeurt. Gij zult daar wel voor zorgen, zeker?"

-- Commandant, u hebt me geroepen? vroeg de tweede N3-adjunct stijlvol bij het binnenkomen.

-- Ja. Leg eens aan henry uit wat ge in de voorbije weken reeds allemaal voor die barbecue hebt geregeld. Ge hebt me drie dagen geleden toch gezegd dat henry daarvoor niet veel meer te doen heeft?

-- Zeker, commandant. Maar dat zou ik henry liefst kunnen toelichten in mijn bureau. Daar ligt gans mijn planning.

-- Oké. Hou me verder op de hoogte.

 

-- henry'tje, 'k moet eerlijk bekennen dat ik nog niet veel heb gedaan voor die barbecue, begon de N3-adjunct bij 't binnenkomen in zijn bureau. Maar, wees gerust, 't voornaamste heb ik wel gedaan: ik heb van 't provinciecommando bekomen, dat we zo'n grote kaki legertent zullen krijgen. Die is van groot belang om boven het vuur te stellen ingeval het die dag regent.

 

Een totaal zinloze tent! Op dat moment stond henry paf. Hij kwam nog maar pas uit vakantie. Een hoop werk lag op zijn beslissingen te wachten. En nu nog die onbegonnen taak. Drie weken verloren, slechts zes weken over. Een ruwbouw voor veel te veel genodigden. Een grootdoenerige barbecue, waarvoor hij noch het materieel noch het getraind personeel had. Waarom was hij er toen toch aan begonnen en waarom verzweeg hij toen het onaanvaardbaar gedrag van die salonofficier? Om diens bevorderingen niet in het gedrang te brengen? Of was het simpelweg uit collegialiteit? Of was het om de zeemacht de schande te besparen tegenover de luchtmacht? Of... of... of... Eén feit staat vast: henry begon zonder morren en zelfs vol enthousiasme aan de opdracht. Op 30 augustus 1974 vertrouwde hij een collega-officier eens zijn eigen griezelig vraagpunt toe: "Hoe is het toch mogelijk, dat ik het onafgebroken volhoud om bergen werk te verzetten?" - "Omdat ge alles zo enthousiast doet", was het antwoord.

 

Met 'ik heb al voor heter vuren gestaan' sprak henry zich moed in. Nadat Oswald, Omer en de dactylo hem hartelijk hadden verwelkomd en henry hen had bedankt voor hun inzet tijdens zijn afwezigheid, nam hij eens rustig plaats achter zijn bureau. Op een papiertje noteerde hij systematisch welke inlichtingen hij voor die barbecue nodig had. Daarna kwam hij volop in actie.