- N m14 h33,1 -

 

OFFICIER-KUNSTSCHILDER

henry

UITGENODIGD  BIJ

PRINS

KAREL  VAN  VLAANDEREN

 

Na de Tweede Wereldoorlog prees prins Karel zich gelukkig, omdat hij als regent de scepter mocht zwaaien over België. Zijn broer koning Leopold III kon immers door het verzet van de Walen zijn land niet binnen. Zij vonden dat hij Hitlers hielen te veel had gelikt. Karels hoop om hierdoor koning te worden, was echter van korte duur: hij moest zijn gezag afstaan aan de jongeling Boudewijn. Karels desillusie beïnvloedde zijn levenswandel. Men noemde hem wegens zijn levensstijl de "prins van de nacht" of de "prins der duisternis". Zijn gedachten dwaalden ook af naar de kunst. Dat is dan weer een andere drijfveer om kunstschilder te worden, overlegde henry bij zichzelf, toen hij in januari 1974 door de prins werd uitgenodigd om naar diens tentoonstelling in Gent te komen.

De prins gebruikte voortdurend het Frans als voertaal, maar ondertekende zijn kunstwerken met 'Karel van Vlaanderen'. Tijdens zijn tentoonstelling in Antwerpen hadden een hoop Vlamingen hierdoor zó veel herrie geschopt, dat de prins schrik had om nadien op de vernissage van zijn expositie in Gent aanwezig te zijn. Met enige vertraging kregen alzo een dertigtal uitverkorenen een uitnodiging om hem op 7 januari 1974 in de galerie 'Het Cooremetershuijs' op de Graslei te ontmoeten, en henry was één onder hen. Uitgenodigd samen met zijn echtgenote Monique.

 

/\     De envelop     /\

met de invitatiekaart

 van Karel van Vlaanderen

(in henry’s archieven

teruggevonden).

/\     Keerzijde van de envelop.     /\

 

 

Toen henry en z'n echtgenote op die bewuste dag 's avonds in het 'Kuipke van Gent' arriveerden, werden ze reeds onder de romantische, antieke straatlantaarns door een breed glimlachende ondercommissaris van politie verwelkomd.

"Dat is nu toch eens schoon van u om uw kozijn hier te komen beschermen", meesmuilde henry naar de ondercommissaris, die samen met een andere agent post had gevat nabij het bewuste huisnummer twaalf.