- N m7 h11,4 -

 

 

 

 

 

Het telefonisch gesprek tussen de ondercommissaris en de gravin maakte henry, die door de atheneumlessen al tamelijk wat Frans kende, duidelijk dat de gravin weigerde te komen. Ondertussen verstreek de tijd, die henry die dag zo broodnodig had voor zijn studies. Na veel gezever, waarbij de gravin alle mogelijke uitvluchten bedacht, controleerde de ondercommissaris of zijn kantoordeur goed dicht was en beval daarna de gravin om direct - "Oui, maintenant, madame!" - naar het commissariaat te komen. En zij kwam... Het duurde wel nog een hele tijd, hoewel ze nochtans niet ver moest rijden. Maar zij kwam, en dan nog met haar man, de graaf. En nu begon henry zijn Vlaams bloed stilaan te koken: want, terwijl zijn vader in de gang moest blijven wachten, begroette de commissaris op een overdreven vriendelijke manier de graaf, die vervolgens het verhoor van zijn vrouw mocht bijwonen, hoewel ook hij het ongeval niet had gezien.

Nadat de commissaris het bureel had verlaten, begon de ondercommissaris om beurten de gravin in het Frans en henry in het Nederlands te ondervragen. Hierbij diende de ondercommissaris tevens tot tolk voor beide partijen. Hiermee had henry het voordeel dat hij de argumenten van de tegenpartij twee keer verstond en dus twee keer meer tijd had om een goed gefundeerd antwoord te bedenken. 't Was weeral veel gezever, waarbij de gravin zich telkens uit haar hachelijke situatie trachtte te redden en zelfs vroeg of de ondervraging van henry ook niet in het Frans kon gebeuren. Hier weigerde henry categoriek op in te gaan. De commissaris kwam zo nu en dan informeren of de gravin nu eindelijk kon vertrekken. Opeens werd het henry te veel. Woedend stond hij recht. Hij riep uit dat alles onrechtvaardig gebeurde, dat hij in zijn recht was omdat er tramrails waren, dat zijn vader in de tocht zat en die graaf in het bureau mocht blijven, dat... Maar de ondercommissaris gaf hem een knipoog, stond recht en legde zijn hand vaderlijk op henry's schouder. "Gij hebt gelijk, jongen, de gravin is in fout en gij zult vergoed worden voor de schade." - "Qu... qu... que d... d... di... it-il?" hakkelde de graaf, die nog niets gezegd had. Bijna barstte henry het uit van het lachen bij dat gekakel van die stotterende, lelijke graaf. En nadat deze laatste vernam dat zijn vrouw alle schade moest betalen, hoorde henry voor het eerst hoe afstotelijker de Franse vloeken klonken als ze door een franskiljonse hakkelaar werden uitgespuugd.

Kort nadien had henry een nieuw en mooier kostuum, een nieuwe, betere vulpen en een totaal gerenoveerde fiets. Maar bij vader Edmond bleef een eng gevoel vanbinnen...

Enkele weken later was er een schaaktornooi in Brussel en de overwinning vierde hij samen met zijn clubteam in een café op de Grote Markt. Na het gelag vroeg hij in het Nederlands de rekening aan de kelner. Deze zei het bedrag in het Frans. "Ik versta u niet", zei Edmond. Maar de kelner bleef de som steeds in het Frans herhalen. Edmond betaalde de helft en vertrok met zijn clubgenoten. De kelner kwam hem op straat achternagelopen en zei het bedrag, maar nu in mooi Nederlands. Edmond betaalde hem het tekort, glimlachend.

i