- S m15 h36,7 -

 

 

SYNTHESE-OPLEIDING

VOOR

LEERLING-EXPRESSIEVEN

 

 

 

Elke kunstenaar die een Expressieve wil maken, heeft er belang bij om van het onderhavig boek Express-O eerst even het hoofdstuk 36 door te nemen, dat begint op bladzijde 290. Bovendien dient hij rekening te houden met de hierna vermelde punten.

Zoals reeds vermeld, schilderen de Expressieven niet wat ze zien, zelfs niet gedeformeerd zoals de Expressionisten dat doen. De Expressieven trekken erop uit om iets te beleven. Als uit die belevenissen emoties ontstaan, worden ze zo expressief mogelijk weergegeven in een kunstwerk door middel van figuren. Expressieve kunstwerken zijn dus ipso facto figuratief.

 

INLEIDING

De Expressieven gaan gans anders te werk dan alle vroegere kunstenaars. Er is inderdaad een groot verschil. De Realisten, de Hyperrealisten, de Expressionisten, de Impressionisten, de Pointillisten, de Kubisten, enzovoorts, zij allen keken rondom zich en brachten op doek wat zij zagen. Weliswaar elk op hun eigen manier, maar het bleef er steeds bij: zij schilderen wat zij zien.  Zelfs de Surrealisten keken rondom zich, vervormden de voorwerpen in hun verbeelding, brachten ze eventueel samen in een andere context, met als resultaat dat ook zij schilderen wat zij zien doch vervormd door hun verbeelding. De Expressieven gaan niet met hun schildersezel in de velden zoals de Impressionisten deden om iets of iemand op doek te brengen. Zij sluiten zich niet op in hun atelier om voorwerpen te bekijken en ze op de ene of andere manier weer te geven. Neen! De Expressieven moeten hun emoties kunnen afreageren! Door bijvoorbeeld iets te beleven! Of door over iets gehoord te hebben. Of door iets gezien hebben, zelfs bijvoorbeeld op televisie. De Expressieven schilderen niet wat zij gezien of gehoord of beleefd hebben, maar wel hoe zij zich daarbij gevoeld hebben.

 

DE  DRIE  STADIA  BIJ  DE  ONTWIKKELING  VAN  EEN  EXPRESSIEF  KUNSTWERK

" B-O-E "

beleven >>> ontwerp >>> expressie

1. Periode van beleven. Deze periode begint als de kunstenaar ergens een bepaalde situatie beleeft, waardoor bij hem erge gevoelens en emoties worden opgewekt. Hoe erger die situatie is, des te heviger zullen zijn emoties worden. De kunstenaar moet werkelijk iets ondergaan, een toestand meemaken, en dat in zijn psyche laten inwerken, in zijn ziel laten invreten om er te kunnen op reageren. Zo'n proces gaat veel dieper dan bij de vroegere kunststrekkingen. Zo'n proces duurt ook veel langer. Emoties! Dàt is belangrijk. Ze garanderen de inhoud van het kunstwerk. De reactie op wat de kunstenaar heeft meegemaakt is een waarborg voor zijn werk.

Dit is eigenlijk het belangrijkste stadium:

het beleven

van een

emotievolle scène.