|
|
|
BIJLOKE
(VOORKANT)
HOOFDINGANG
|
BIJLOKE
(ACHTERKANT, AAN DE LEIE)
INGANG NAAR DE KRAAMKLINIEK
|
Na de bevalling
was ze met haar baby door de nonnen naar een kamer gebracht. Daar kon haar
echtgenoot pas voor het eerst zijn kindje bekijken. Net zoals alle vaders
mocht ook Edmond niet bij de geboorte aanwezig
zijn. Dat werd in die tijd jammer genoeg
niet toegestaan. De nonnen waren toen nog de baas.
Op het moment dat ze haar kindje voor het eerst de borstvoeding gaf, had
Clarisse een onbeschrijflijk gelukkig en warm gevoel vanbinnen. Ze keek neer
naar dat gulzig drinkend kopje met zijn pikdonkere oogjes met lange pinkers
en was fier dat het reeds zo veel haar had. Edmond keek vertederd naar dat intiem schouwspel en
genoot van die mooie ogenblikken. Zittend op de rand van het bed, streelde
hij zacht het voorhoofd van zijn echtgenote. Zijn hand gleed goedkeurend over
haar donkerbruin, loshangend haar. Hij was gelukkig,
innig gelukkig.
't Was een gezond, sterk boeleke. Een zoontje dat
zijn familienaam ging verder zetten. Al zijn voorvaderen hielden een heilige
traditie in ere: steeds zorg dragen voor hun vrouw en kinderen.
't Was een ongeschreven familiewet waar nooit werd
aan getornd.
De vader beminde zijn vrouw ten volle en hield van zijn kinderen. Kinderen
kregen enkel wat goed voor hen was, en niet te veel.
Nooit werd vrouw noch kind kwaad aangedaan, nooit werd er geslagen. Eerbied
voor mekaar was normaal. Eerbied voor vrouw en kind.
En daaruit vloeide gewoonweg ook de eerbied en het respect voor het vaderlijk
gezag.
Door de eerste voedselschaarste waren er in het moederhuis mama's
die onvoldoende melk aanmaakten voor hun zuigeling. Clarisse had er
echter te veel. Ze liet toe dat men haar melk aftapte, waardoor ze
verschillende kinderen redde. Nederig maar fier zal ze dit later aan vriend
en vriendin vertellen.
|
|