- 035 -

 

 

HOOFDSTUK  VIII


O N D E R G E D O K E N

 

 

"Vertel nooit
een geheim
aan iemand,
zelfs
niet aan
je beste vriend"

 

 

Vooraleer onder te duiken gebruikte vader Edmond zijn vroegere sleutelbeenbreuk om zo veel mogelijk ziekteverlof te krijgen.
In die periode bereidde hij zijn vrouw en zoontje voor op de ergste dingen die tijdens zijn onderduiktijd zouden kunnen voorvallen. Alzo nam hij zijn

zoontje regelmatig op de schoot en herhaalde voortdurend: "Papa, Duitsland." Na enige tijd antwoordde de kleine henry telkens "Duitsland" als hij het woord "Papa" hoorde. En met Clarisse maakte Edmond allerlei geheime afspraken. Toen alles op punt stond, vertrok hij terug naar Duitsland. Daar kocht hij de Duitse chef om met een pakje 'tabak' om enkele dagen verlof te krijgen. Tabak was immers zeldzaam en uiterst duur geworden. Bovendien was de Gentse kwaliteit vóór de oorlog alom geprezen. Edmond had een leeg pakje gevuld met gedroogd, gesneden gras en vertelde de chef dat in de tabak een beetje opium gemengd was. "U moogt er enkel een beetje van roken 's avonds vóór het slapengaan en u zult heerlijke dromen beleven", had hij de chef wijsgemaakt. Daardoor kon hij zonder problemen overdag naar huis reizen... en keerde niet meer terug naar Duitsland. Vele jaren later vertelde hij regelmatig dit verhaal en had steeds pret als hij zich inbeeldde hoe die chef die avond de amandels uit zijn keel hoestte bij het roken van dat verdroogd gras.

* * * * * * *  

 

Waar is je vader toen ondergedoken?

Eigenlijk zat hij niet ver van zijn huis. Amper drie straten. In een versterkte kelder van een ver familielid. Bij één van de zusters van zijn moeder. In de Walstraat. Zelfs mijn moeder wist het niet. Vertel nooit een geheim aan een ander, zelfs niet aan je beste vriend. Edmond wist ook dat de nazi's mensen folterden om achter de waarheid te komen. Eens hun doel bereikt, werden de ondervraagden gedood. Het was dus beter dat zijn vrouw zo weinig mogelijk wist.

 

Hebben ze je moeder gefolterd?

Neen. Zo ver is het niet gekomen, al scheelde het niet veel. Ik kon als kind amper lopen toen ik het allemaal zag gebeuren. Dat heeft veel indruk op mij gemaakt. Je moet weten dat ik prachtige ouders had. Ze zorgden meer voor mij dan voor zichzelf. Ze spaarden in die oorlogsjaren het eten uit hun mond om mij te kunnen voeden. Voor mij waren het goden. Het was voor mij als kind een schok toen ik zag hoe mijn "goden" van hun troon werden gestampt.