|     Een schok? Hebben ze je vader dan toch gevonden? Neen.
  Dat niet. Maar mijn moeder en ik leden onder de opzoekingen naar hem. Op een
  dag werd er aan de deur gebeld. Dat ging zo: als men aan een knop van de
  voordeur trok, begon via een hendelsysteem een
  koperen klokje aan het plafond van de gang wel een minuut lang te luidop te klingelen. Ja, zelfs toen de elektrische
  deurbellen in de moderne tijd hun intrede deden, lieten we het klokje hangen
  omdat het zo'n romantisch gevoel gaf. Maar nu ben ik
  aan het afdwalen van mijn verhaal. Waar was ik gebleven?   Dat
  er aan de deur werd gebeld. Juist.
  Maar wat toen gebeurde, was niet zo romantisch! Er werd gebeld en mijn moeder
  opende niets vermoedend de voordeur. Als tweejarig ventje was ik haar gevolgd
  en stond aan de trap, halverwege de gang, toen de deur hardhandig werd
  opengesmeten. Drie mannen stormden binnen en stampten mijn moeder omver. De
  eerste liep de gang door, recht naar de koer. De
  tweede rende de trap op. De derde onderzocht het gelijkvloers.
  Nadat ze het huis grondig hadden doorzocht en mijn vader niet hadden gevonden,
  zijn ze zonder boe of bah vertrokken.   Die
  gebeurtenis heeft op jou blijkbaar veel indruk gemaakt. ‘t
  Zal wel zijn! Voor mij is het precies alsof het pas gisteren gebeurde. Het
  heeft toen enorme indruk op mij gemaakt. Bovendien was dit niet de enige keer
  dat ze naar mijn vader zochten. Op een dag liepen ze eerst door het huis en
  namen daarna rustig plaats in de zetels. Blijkbaar wilden ze een val opzetten
  voor mijn vader. Ze vermoedden waarschijnlijk dat hij zo nu en dan eens naar
  huis kwam. En dat was ook zo. Maar ook op dit scenario was mijn moeder
  voorbereid. "Excuseer mij, heren, maar ik was net aan het kuisen",
  zei ze. "Doe verder met uw werk, madame. Doe maar precies alsof we er
  niet zijn", gebood de leider. Mijn moeder nam haar stofdoek, die op een
  plaats lag alsof ze inderdaad in haar werkzaamheden onderbroken was, en begon
  hier en daar af te stoffen. Alzo naderde ze de
  vensterbank, waarop het beeld stond van een liggende hazewindhond met de kop
  gedraaid naar de straat. Onopvallend stofte ze het beeld af en plaatste het
  terug, deze keer echter met de kop gedraaid naar binnen, naar de living. Enkele uren later glipte mijn pa voorbij ons huis, merkte het afgesproken
  teken en verdween direct uit de straat. Hun operatie was weeral
  eens mislukt.
      Hebben
  ze nadien nog naar je vader gezocht? Ja.
  Eens vielen ze binnen terwijl pa thuis was. Mijn moeder trachtte hen de weg de versperren, maar werd op de grond gesmeten. Haar actie
  liet mijn vader met zijn kleine gestalte toe om ongezien over het laag
  muurtje te wippen op 't einde van de koer. Toen
  merkte hij dat bij de gebuur ook een ondergedokene zat. Beiden zijn toen verdwenen via
  allerlei koertjes. Op een andere keer stond op de beide uiteinden van onze
  straat een waarnemer op 't moment dat mijn pa naar
  huis kwam. Dankzij de cafébazin is hij toen ontsnapt. Pa kwam immers via |