- 037 -

 

de Sint-Daniëlstraat, toen nog de Kapellestraat genoemd. Deze kwam pal tussenin die twee uitkijkposten in onze straat uit, dáár waar op de hoek een café was. Blijkbaar werd mijn vader door de ganse straat geholpen, want net zoals de cafébazin stonden verscheidene inwoners schijnbaar achteloos aan hun deur een luchtje te scheppen. Nog vooraleer mijn vader een stap in zijn straat kon zetten, sleurde dat fort van een vrouw mijn pa in haar kroeg binnen. "Ze staan u op te wachten", fluisterde ze hem toe en duwde hem meteen langs een zijdeurtje terug de Kapellestraat in. Terstond vluchtte hij terug naar zijn schuilkelder, enkele straten verder.  

 

Links de Kapellestraat, rechts de Jozef Vervaenestraat.

-          Foto in 2004  -

 

 

De laatste keer dat ze mijn vader trachtten te pakken te krijgen, gebeurde op een verfijnde manier. Nadat ze ons huis voor de zoveelste keer hadden doorzocht, bekeek de leider een foto van mijn vader, die aan de muur hing. "Is dat uw echtgenoot?" vroeg hij aan mijn ma. Op haar bevestigend antwoord, vervolgde hij: "Ik ken hem. Hij heeft met mij samen in de zelfde klas gezeten." Daarna ging hij op een stoel zitten, nam mij op zijn schoot en vroeg: "Hewel, ventje, zeg mij eens waar uw papa is." Van zodra ik het woord "papa" hoorde, antwoordde ik: "Papa, Duitsland." De man lachte schalks, zette me terug op de grond en beval: "Kom, mannen, we verliezen hier onze tijd. Hij zit wel degelijk in Duitsland." Dit is de laatste keer geweest dat ze naar mijn vader zijn komen zoeken.

 

Heb je ze daarna niet meer teruggezien?

Neen. Al hebben ze nog geprobeerd iets met mijn ma en mij uit te richten, mogelijks om mijn pa nog te kunnen vatten. Op een dag kreeg mijn moeder een brief waarin stond dat ze zich op de Kommandantur moest aanbieden. Vol paniek toonde ze hem aan mijn vader. Pa had steeds het oorlogsnieuws gevolgd en in zijn schuilplaats voortdurend op de Engelse radiopost de vorderingen van de geallieerden beluisterd, iets wat door de nazi's was verboden. Op een landkaart had hij van dag tot dag minutieus hun stellingen aangeduid en wist dat ze binnen enkele dagen Gent gingen innemen. Daarom gebood hij mijn ma om met mij ook in zijn schuilkelder onder te duiken. Daar zaten we veilig, zowel voor de Kommandantur als voor de aanstaande gevechten.
Zó heb ik als kind de bevrijding van Gent meegemaakt.