|
Toen de tijd
naderde waarop henry naar school moest, vond zijn moeder het nodig om zijn
haar korter te laten knippen, zodat hij meer op een jongen zou lijken. Dit
tot grote spijt van grootmoeder Blondine, die van henry's mooie haarlokken
een blijvende herinnering wilde. Zijn ouders lieten daarom een serie foto's nemen, waaruit er dan één werd uitgekozen die
door de fotograaf werd vergroot en ingekleurd. Zo ging dat in die tijd.
Jongens en meisjes zaten gescheiden in aparte schoolgebouwen. De leerplicht
gold toen van zeven tot veertien jaar. Daarom bestond het basisonderwijs uit
acht jaar. Het zevende en achtste leerjaar van dit primair onderwijs diende
enkel om minder goede leerlingen hun leerplicht te laten vervullen, zodat ze
daarna konden gaan werken. In die laatste twee jaren kregen die kinderen nog
wel les, maar werden veel gebruikt om allerlei karweien in de school te vervullen:
ronddelen van melk, schrijfboeken, en dergelijke. De "beste
leerling" van het achtste studiejaar mocht dan op de laatste schooldag
samen met zijn fiere ouders in een zwarte met bloemen versierde praalkoets,
voortgetrokken door een stel paarden, op kosten van de gemeente door de
straten rijden. Nadien vond men die kinderen terug als werklui in ateliers en
fabrieken, want zij hadden geen enkel waardig diploma...
Aanvankelijk leek dit ook het lot te zullen worden van henry. Leergierig
zoals hij was, zat hij vanaf het begin steeds vooraan in de klas op de
middelste bank. Maar de directie had mijnheer Cnudde
als onderwijzer van het gemakkelijk eerste leerjaar benoemd omdat hij enorm
veel geleden had in de oorlogsjaren. De brave man zat echter onder zodanig
veel spanningen, dat hij regelmatig zijn ogen onverwachts naar boven toe
omdraaide. Dat werden dan precies twee witte bollen in een doodskop. Het
schoonheidsgevoel dat bij henry ingeboren zat, maakte hem, die op de eerst
rij zat, bijwijlen ziek van het gruwelen. Maar een
tweede reden beïnvloedde in grotere mate zijn eerste schooluitslagen.
In juni 1948 werd een schoolkolonie naar Bredene ingericht. Hoewel zijn
moeder er eerst niet voor te vinden was, mocht henry uiteindelijk toch mee
van zijn ouders. Zijn vreugde zou echter van korte duur zijn. De onvoldoende
opgeleide monitors en monitrices hadden meer interesse voor mekaar dan voor hun taken. Tijdens de zonnige dagen
verdwenen ze in hoekjes en kantjes en tijdens de ijzige stormwinden wandelden
ze met de kinderen op het strand, waar het kiezelzand de kleintjes in de
benen en het gelaat striemde. Enkele dagen later lag
henry al in de infirmerie met hoge koorts. Zijn hoofd stond scheef op zijn
nek door otitis. Zijn ouders namen hem, tegen de zin van de directie in, per
trein mee naar huis. De uiterst pijnlijke oorontsteking noopte henry vele
dagen onder doktersbehandeling thuis te blijven. Slechts kort vóór het examen
|
|