- 078 - |
||||
HOOFDSTUK XIII |
"Leven is kiezen" |
|||
Tijdens de vele opgelegde proeflessen tussen de cursussen door om het pedagogisch diploma te behalen, had henry echt veel plezier beleefd aan het doceren. Direct na zijn studies had hij daarom zijn kandidatuur ingediend zowel voor het staatsonderwijs, het provinciaal onderwijs als voor de Gentse stadsscholen: drie met de vulpen eigenhandig en fraai geschreven teksten op groot ministerpapier, zoals het in die dagen vereist werd. Steunend op de lovende woorden van zijn professor verwachtte hij vlug positieve antwoorden. Het valt op dat hij enkel dong naar een plaats in een officiële school, ondanks de helft van het onderricht in België gebeurde in katholieke scholen. Immers, in tegenstelling tot vele collega's, had hij daar geen schijn van kans omdat hij zijn opleiding steeds in officiële scholen had genoten. Voor hem vielen alzo reeds de helft van de openstaande leraarsbetrekkingen weg.
Leven is kiezen.
Het voordeel met te kiezen voor een ambt in de overheidsdienst was dat hij zijn toekomstige echtgenote een vast inkomen en een beter pensioen kon beloven. Dit in tegenstelling tot de privésector, waar het voordeel er echter in bestond dat de wedden hoger lagen door het groter risico van afdanking en dat er bovendien geen zwaar ingangsexamen werd afgenomen. Voor de openbare ambten waren de lesgevers in de onderwijsafdeling óók vrijgesteld van ingangsexamens en daar maakten de vakbonden gretig misbruik van. En dát ging henry al vlug ondervinden...
Leven is altijd maar kiezen.
Begin september 1963. De scholen gingen terug open, maar henry had nog steeds geen betrekking. Voor hem had de vakantie te lang geduurd. Vol verwachting had hij elke morgen in de brievenbus gekeken en was telkens ontgoocheld teruggekeerd naar de living. 't Werd tijd om de toestand eens te bespreken met zijn ouders. "Ma, pa, bedankt voor alles wat ge voor mij hebt gedaan. Ik wil u niet langer meer tot financiële last zijn. Ik ga een tijdje les geven in het buitenland!" Hij troostte hen met de belofte dat hij niet lang zou wegblijven. Hoogstens twee tot drie jaar in een ontwikkelingsland, voldoende lang om volgens de voorschriften in België geen legerdienst meer te moeten doen. Na het gesprek met zijn ouders vroeg hij in het Gents atheneum om raad bij zijn vroegere aardrijkskundeleraar. Deze was steeds goed op de hoogte van de politieke toestand in de derdewereldlanden en gaf henry de raad te kiezen voor Tunesië, Madagaskar of Zuid-Afrika. Enkele dagen later vertrok de 22-jarige henry een paar keer per trein naar Brussel om te postuleren via de Unesco en hield hierbij rekening met de heilzame raadgevingen van zijn leraar. |
||||