- 085 -

 

 

bespottelijk wilde maken. Je moet het maar weten, hé.

 

Waren het allemaal grote klassen?

Meestal wel. Ik trachtte zo vlug mogelijk alle namen van de leerlingen te kennen. Dat schiep een goede band. Ze voelden zich dan geen nummer meer. Wel, ook hier was er een verschil met een jongensschool. Jongens werden aangesproken met hun familienaam, meisjes met hun voornaam. Dat wist ik niet. De eerste dag keken ze dan ook raar op toen ik "Verschueren" en "Peeters" zei in plaats van "Annie" en "Stefanie". Maar de tweede dag had ik me natuurlijk al aangepast. Ik had wel een probleempje om de namen van de leerlingen uit de kleinste klas te blijven onthouden. Dat verbaast je? De uitleg is eenvoudig: 't was een klas van vijf schone leerling-coiffeuses van zowat achttien jaar jong. Hela, niet dát was de reden! Maar de ene week had "Annie" lang, zwart haar met felrode lippenstift en de volgende week had ze kort, gekruld, blond haar zonder enige make-up, terwijl Stefanie juist het tegenovergestelde deed. Om dan nog maar van de drie anderen te zwijgen! Ik verwarde ze steeds met elkaar. Ha, ha, ha.

 

Ik merk het al: je was er gelukkig en de kunst was uit je gedachten geraakt.

Ik gaf er graag les. De mentaliteit was er goed. De collega's en de leerlingen hadden me graag en omgekeerd. De directrice waardeerde mijn werk. Kortom 't kon niet beter. De kunst, wel, die bleef ik meestal via mijn broer Patrick nog volgen.

 

En thuis? En met je meisje?

Mijn ouders en mijn broer waren brave mensen. Nu ik een goede wedde had, betaalde ik vrijwillig een vast bedrag aan mijn ouders voor mijn eten en onkosten. Bovendien kon ik goed sparen voor mijn huwelijksgoed. Maar het eerste wat ik deed was een mooi geschenk kopen voor mijn ouders als dank voor wat ze voor me allemaal hadden gedaan.

 

En dat was?

Och, dat is niet te doen. Ze hadden te veel gedaan om nu allemaal te kunnen opsommen.

 

Nee, nee, ik bedoel: wat heb jij voor hen gekocht?

O, ja. Ze hebben drie dingen gekregen: een televisie, een grote ijskast en een wasmachine. Nieuwigheden voor die tijd. Twee van mij en een paar jaar later één van mijn broer, ook als dank. 't Was eigenlijk symbolisch, want wat ze voor ons gedaan hadden, konden we nooit terugdoen.

 

En hoe ging het ondertussen met je meisje?

Monique en ik hadden ons ondertussen verloofd. We kenden elkaar al bijna vier jaar. Op 12 maart 1964 werd ze eenentwintig jaar en dus meerderjarig. Ze was dolgelukkig toen we onze trouwdag vast legden op 8 augustus 1964. Midden in de zomer, plezant