- 119 - |
|||||
|
|||||
-- Op mijn teken vertrekt ge van hier en ge blijft zo dicht mogelijk langs de linkeroever varen. Op mijn fluitsignaal vertrekt ge naar de overkant. Ze verdeelden zich over de boten. De drie mariniers kropen samen en enkele kaki's sloten zich vlug bij hen aan. -- Neemt gij maar de leiding, henry, zei Stoefer. Gij kent er 't meeste van. Gij waart toch bij de zeescouts, hé. -- In orde, antwoordde henry en nam direct achter in het bootje plaats. Zit neer langs de randen! 'n Korte instructie! Let op, want 'k heb niet veel tijd. Nog maar pas had hij hen de begrippen uitgelegd, zoals bakboord, stuurboord, ophalen en strijken op maat, of het startsein werd gegeven. -- Haal... op! Eén... twee... één... twee... Eén arm bewoog hij telkens van boven naar beneden om zijn mannen beter de maat te doen volgen. Zijn vaartuig was op kop vertrokken. Ze voeren langs de oever van de brede stroom en henry voelde zich in zijn element. Toen hoorde hij de schelle fluittoon van de instructeur. -- Stuurboord, blijven ophalen. Bakboord... strijken! Eén... twee... Eén... Hun boot draaide veel vlugger dan de andere. Daarna dreef henry het roeitempo geleidelijk op en zijn arm zwiepte op en neer. Als eerste kwam hij bij de vijand aan... die er gelukkig niet was... Maar de hoera's en de blijdschap over zijn triomfke werden 's namiddags alras weggedrukt door een volgende duizelingwekkende test.
DE VERTIGE Naderhand
werd er druk over gediscussieerd welke van de twee proeven de gevaarlijkste
was: de 'piste du risque' of de 'Vertige'. Het hachelijkste punt van de 'Vertige' was een lange, smalle plank, waarover men
rechtop moest lopen boven een ravijn op een hoogte van zowat honderd meter.
En daar kon henry alleszins over meespreken: die plank was immers bijna het
laatste houtwerk dat hij in zijn leven bewonderde. Toen hij op de Vertige van achter een rots kwam en vóór die loopplank
kwam te staan, slikte hij toch even. Op die hoogte was er een zekere
windkracht waarmee hij rekening moest houden.
|
|||||