- 130 -

 

HOOFDSTUK  XIX

 

ZWARTE  DROOM

"Droom, maar

droom nooit

te hard"

 

 

 

 

TERUG  LERAAR

Met ingang van 25 februari 1967 kwam henry terug in dienst van de STS Carels. Hij was vol vertrouwen omdat hij wist dat elke ex-milicien recht had op de functie van vóór zijn legerdienst. Hij vernam echter dat hij zich eerst moest aanbieden bij hoofdinspecteur Bots. Deze deelde hem mee dat hij hem geen volledig lesrooster kon geven "omdat er minder leerlingen waren". Hierdoor waren er minder klassen en henry moest zich dus maar tevreden stellen met een verlaging tot halftime leraar. "Per week tien uur leraar zonder avondlessen, evenwel aangevuld met twintig uur studiemeester", klonk het.

 

Het kwam hard aan, zeker na de moeilijke periode van zijn legerdienst, waarin zijn echtgenote het moest rooien met haar kleine wedde van bediende, vermeerderd met een armzalige maandelijkse militievergoeding van elfhonderd frank. Maar henry legde er zich bij neer: 't was rechtvaardig dat het de jongste leerkracht was die werd getroffen ingeval er minder klassen waren.

 

BLONDINE

Het was voor hem de tweede tegenslag in een paar dagen: kort voordien had hij vernomen dat zijn geliefde grootmoeder Blondine plots ernstig ziek was. Hij bezocht haar dan ook regelmatig. Zijn aanwezigheid kikkerde haar zienderogen op.

 

henry’s grootouders Camille en Blondine op hogere leeftijd

 

 

Na een paar weken medicatie was de dokter zelfs verbaasd dat ze zo vlug verbeterde. Hij was er dan ook van overtuigd dat ze spoedig ging kunnen opstaan uit haar rode canapé, waaraan ze dag en nacht tussen de kussens en onder een warme deken gekluisterd bleef. Op ene zaterdag sloeg echter het noodlot toe. Bonmama Blondine was aandachtig aan luisteren naar haar kleinzoon henry, die aan de andere kant van het donkerhouten tafeltje op een hoge stoel zat, zodat ze hem beter kon zien. Toen er werd aangebeld, begaf grootvader Camille zich naar de voordeur. Hierbij liet hij de