- 208 - |
||||||
HOOFDSTUK XXVII
DE SPRONG VOORUIT (1)
|
"Er zijn geen problemen, er zijn alleen maar oplossingen."
|
|||||
HET OORDEEL VAN COMMANDANT ROBYNS Korvetkapitein
Robyns was een van de beste officieren in de Zeemacht. Hij was een zeer goed leider, nam adequate beslissingen en was aangenaam in
de omgang. Kortom, de geschikte officier voor langdurige, delicate
opdrachten.
Als Commandant van de Algerine F905 De Moor vertrok hij met zijn manschappen op 4 april 1967 naar het Groot Barrièrerif in Australië, een wetenschappelijke expeditie die pas eindigde op 20 februari 1968. Het doel was om over dit grootste koraalrif ter wereld gegevens te verzamelen en er tevens een film over te maken, die nadien lang vertoond is geweest in vele bioscopen. Zo'n reis naar het meer dan tweeduizend kilometer lange rif ten noordoosten van Australië eiste van de bemanningsleden een afwezigheid van meer dan tien maanden uit hun gezinnen en vergde beiderzijds veel. Commandant Robyns bijvoorbeeld liet een gezin achter met vier kinderen - onder hen de latere Admiraal Jean-Paul Robyns - en voor zijn echtgenote begon een periode met veel zorgen. De expeditie was niet zonder gevaren, want Robyns moest zich in wateren begeven waarvan in die tijd de laatste zeekaarten nog van James Cook dateerden. Zijn prestaties werden zozeer gewaardeerd, dat de zeemacht hem bij zijn terugkomst benoemde tot korpscommandant van de marinebasis in Sint-Kruis met de bedoeling hem nadien in graad te bevorderen. Alzo kwam de divisie van henry onder Robyns' bevel te staan. "Gij zit in de DIP niet op uw plaats," zei Robyns onder vier ogen tot henry toen ze op een dag tezamen de wardroom verlieten, "gij verdient beter." En als Robyns iets zei, waren het geen loze woorden. Bovendien ging hij voor geen enkel probleem uit de weg.
Comdip had steeds beweerd dat henry hem later in de DIP ging opvolgen en daarom had henry op zijn jaarlijkse voorkeurfiche steeds de DIP ingevuld. |
||||||