- 232 - |
|||||
|
|||||
Alles wees erop, dat ze op die manier toch nog vóór de donker in de basis gingen toekomen. In ieder geval als er mij geen andere verrassingen meer te wachten staan, meende henry. Maar hij had dit nog maar pas gedacht of... vvvrroe-oe-oe-oe-oem... een gevechtsvliegtuig scheerde op tweehonderd meter vóór zijn artillerie voorbij, net tussen twee salvo's in. -- Wad'es ma dadde? articuleerde henry in zijn plat Gents, wa dee den diene hier? Ggrrrr, ggrrrr, tweemaal draaien aan de veldtelefoon en hij had de uitkijkpost aan de lijn. -- Commandant, wat deed die straaljager vóór mijn neus? Die mocht daar toch niet zijn! -- Die had inderdaad geen toestemming om over ons gebied voorbij te vliegen. 't Is een Fransman. Frankrijk heeft geen autorisatie gevraagd om over onze territoriale wateren te vliegen. -- Ne Fransman? Dzu! Dedzuu... 'k heb hem gemist! gromde henry, die anders nooit vloekte. Voor
de rest van de dag verliep alles vlot en ze konden op tijd naar Brugge
terugkeren. Onderweg dacht henry na over het incident met de Fransman. Zijn
vloek was spontaan uit zijn diepste ego naar boven gekomen, want in een flits
waren op dat moment bij hem een hoop slechte herinneringen aan de
franskiljons en de Fransen opgeborreld. Als kind had hij het meegemaakt hoe
de Vlamingen tot in de kleinste details vernederd werden. Zo werden er toen
in Vlaanderen enkel vertaalwoordenboeken verkocht en straatnaamborden
opgehangen met het Frans voorop. Zijn straat bleef de RUE JOSEPH VERVAENE STRAAT zonder enige
uitleg over die persoon, tot wanneer eerbiedwekkende Vlamingen eerst de
Franse woorden overschilderden en nadien deden verwijderen.
Zijn
grootvader had hem vreselijke dingen verteld over de manier waarop Vlaamse
soldaten door franskiljonse officieren werden behandeld. En zijn vader had
hem verteld hoe bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in sommige
Belgische eenheden een Franse officier binnen drong en met het pistool
schietklaar gericht op de Belgische officier bevelen begon te geven. Toch
raar, dat dit allemaal niet in de Belgische geschiedenisboekjes wordt
verteld. Dedzu, dacht henry nogmaals,
spijtig dat ik die Franse vlieger niet 'per toeval' heb neergehaald, want ik
was niet in fout!
* * * * * * * |
|||||