- 242 - |
||||||||||
En schilderkunst dan? Die komt voor mij op de tweede plaats. Zij treft via onze geest ons gevoel. Met kleuren en vormen kan een kunstenaar niet enkel zijn gevoelens, maar ook zijn ideeën overbrengen. Die kunstvorm past beter bij mij.
Vanaf juni 1972 begon je dus te schilderen. Hoe ging dat? Mijn
broer kocht zijn schildergerief in de Gouden Pluim, toen alleszins de beste
kunsthandel van Gent en gelegen op de Vrijdagmarkt. Toen ik daar binnen
stapte, geraakte ik door het overaanbod van duur materieel en materiaal
overstelpt. Ik schafte me het hoogstnodige aan en een paar boeken om mijn
aankopen beter te plannen. In mijn klein huurhuis in de Merelstraat had ik
geen plaats voor een schildersatelier. Zoals in een boek stond uitgelegd,
gebruikte ik aanvankelijk een stoel als schildersezel. A la guerre comme à la guerre, zou
mijn grootvader gezegd hebben, die tijdens de oorlog door Franstalige
officieren was geïndoctrineerd. Maar dan moet ge
veel gehurkt schilderen. Dat is vermoeiend en in passionele momenten heb ik toch
een beetje beweging nodig.
Knutselen
kon ik al in mijn kindertijd. Daarom maakte ik de tweede augustus mijn eerste
schildersezel zelf.
Is dat geen vijf dagen nadat je vinger verpletterd werd? Hoe deed je dat dan? Schrijven ging moeilijk, maar daarom was ik nog niet uitgeteld, hé! 't Was wel een beetje lastig en wat pijnlijk, maar het lukte. Kijk, hier is hij.
Gemaakt volgens een plan uit een kunstboek? Nee,
nee. Zelf bedacht. 't Is toch eenvoudig: drie
panlatten van een meter veertig, enkele vijzen, een paar ophang- en steunpunten
en de ezel beantwoordt aan zijn doel. Een gek geval, maar niet slecht voor
een amateurschrijnwerker, hé.
En zeker niet slecht voor een amateur met een invalide hand... O, moet je vertrekken? Maar nee. Ik sta recht om je daverend applaus met een diepe buiging in ontvangst te nemen... Grapje, natuurlijk, haha. In 't leven moet men een beetje zot doen, hé. Lachen, dat is gezond. |
||||||||||