- 247 - |
||||||||
In een tweede groep is de toegenegenheid van henry jegens zijn geboortestad duidelijk te herkennen door de warme kleurencombinatie, die hij gebruikte. Maar het laat zich duidelijk aanzien, dat hij het afschilderen van gebouwen als tijdverlies beschouwde, want zelfs de Gentse historische bouwwerken waarop hij zo trots was, gaf hij slechts weer in enkele kleine doekjes.
Tot de derde groep behoren zijn clowns en tot de vierde zijn naakten. Zij gaven de aanzet tot belangstelling voor zijn werken. De mannen borstelde hij als clowns, omdat ze op de wereld hun rolletje spelen net zoals de clowns in het circus. De vrouwen schilderde hij als naakten, omdat ze zo knap van vorm zijn. Uiteraard beeldde hij ze uit in hun geheel, terwijl hij zich bij de clowns meestal beperkte tot de gelaatstrekken.
Kort vóór 'Moeder en Kind' penseelde henry een merkwaardig doek: 'Visioen I'. De titel gaf duidelijk aan dat er nóg van die aard zouden volgen. Ze waren merkwaardig om drie redenen. Net zoals bij De Verleidster waren de omtrekken van de vrouwenfiguren niet scherp omlijnd. De structuur was hyperbolisch. En als derde punt merkte henry dat op het negatief - van elke schilderij nam hij een foto - de figuren de normale huidskleur hadden. Instinctmatig had henry zijn personages dus weergegeven in de complementaire kleur, zonder ook maar één keer aan de kleurencirkel te denken. Hiermee
bracht hij zijn "Visionisme" op de markt.
Deze nieuwe schildertrant, waarbij een droombeeld ofte visioen met weinig
kleuren, weinig details en floers omlijnd op een effen achtergrond wordt
weergegeven, was een reactie van henry tegen het hyperrealisme met zijn
overdreven details en tegen het abstract non-figuratieve.
|
||||||||