- 249 -

Het huis maakte deel uit van het Miljoenenkwartier, alzo genoemd omdat in deze Gentse wijk na de grote wereldtentoonstelling voor het eerst woningen waren gebouwd, die één miljoen frank kostten. In die tijd een enorm bedrag, want men kon toen een gewone woning kopen voor tweehondduizend frank. Omdat henry's huis aan de rand van het Miljoenenkwartier was gelegen, was zowel het Sint-Pietersstation als de oprit naar het belangrijk autostrade-klaverblad gemakkelijk te bereiken. Dit was voor hem als marineofficier van belang, omdat hij zich alzo vlot naar gelijk welke zeemachteenheid kon verplaatsen.

 

In de eerste week na zijn verhuis had henry zich uit beleefdheid aan de bewoners van zijn straat van deur tot deur voorgesteld: allemaal universitairen onder wie twee dokters; verder nog een politieagent, een paar renteniers en in 't begin van de straat enkele universiteitsstudenten, die in enige zeer lage huisjes logeerden. Eén student was zelfs zó lang, dat hij zich moest bukken om binnen en buiten zijn studentenkot te geraken. In die week kwam de pastoor van de Sint-Pieters Aalstkerk bij henry op bezoek, om hem welkom te heten in zijn parochie, iets wat jaren later ondenkbaar was wegens het tekort aan priesters.

 

Na de scouts, de schaakclub, het onderwijs en de zeemacht breidde henry eens temeer zijn kennissenkring uit, deze keer in de wereld van de artiesten. Hij begon regelmatig allerlei exposities en musea te bezoeken en werd bevriend met allerhande kunstenaars. Hij werd zelfs lid van de 'Vrienden van het Gents Museum van Schone Kunsten'. In de zomermaanden vertoefde hij voor een gezellige babbel bijna elke zondagmorgen nabij het Gravensteen op de Groentenmarkt, die het stadsbestuur ten voordele van de kunstenaars dan voor zo'n vijf uur tot de "Gentse Kunstmarkt" had omgedoopt. Door zijn vader, die een goede kennis was van de bekende poppenspeler Gustaaf De Puydt, kon hij kameraadschap aanknopen met deze kindervriend, die met zijn Folkloristisch Poppentheater al meer dan een halve eeuw geanimeerde voorstellingen gaf aan jong en oud. Met zijn "Gents Pierke", het enig echte, bracht deze unieke volksman - meestal in het Gents Museum van Volkskunde - de gemoederen fel in beweging, zowel van de kinderen als van hun ouders en familieleden. Via Patrick kwam henry in contact met de zachtaardige, competente en werklustige kadermaker Adrien De Winne, die ongeveer dertig jaar met een waarachtige kennersblik voor henry's inlijstingen ging zorgen.

 

Poppenspeler Gustaaf

De Puydt. (Foto 1980.)

henry bij kadermaker Adrien

De Winne. (Foto 2004.)

 

"Eigenaardig: mijn zoontje Sven kiest bij voorkeur de snoepen uit met een oranje en groen papiertje", schreef henry op 29 juli 1972. Men had kunnen denken, dat henry door al zijn activiteiten geen tijd meer vond voor zijn gezin. Niets was minder waar. Vanwaar kwam toch al die energie? Naast al zijn bedrijvigheden bleef hij immers ook de nodige aandacht schenken aan Monique en Sven: hij hielp ze telkens als dit nodig was en zorgde dat ze niets tekort kwamen, met uitzondering van 'dat iets' voor Monique. Eens wilde ze een in die tijd door alle vrouwen zeer gegeerd goudstuk; 's anderendaags schonk hij het al aan haar.