- 254 - |
|||||
-- Toch wel. Daarna zijn ze in één stuk door met haar naar 't zothuis gereden. -- Naar 't zothuis? Dat gaat toch zomaar niet! -- Jaja. Bij de directeur moesten haar man en haar pa simpelweg een papier ondertekenen en ze zat binnen. -- Wablief! En nu zit ze daar nog? -- Natuurlijk. En 't schijnt dat ze daar nog een hele tijd zal zitten. -- En gij vindt dat normaal? -- Natuurlijk. Mijn ma ook. Ze moet maar haar man niet verlaten, hé. Verbluft plofte henry in de zetel. Zijn gemoed kwam in opstand. 't Was onredelijk. Onrechtvaardig. Misdadig zelfs. Hij moest Feelijk zo vlug mogelijk helpen en hij kreeg een idee: leger en rijkswacht waren immers verstrengeld. 's Anderendaags stapte hij strijdvaardig z'n stafkantoor binnen. Na de gebruikelijke goedemorgen telefoneerde hij naar een collega-rijkswachtofficier. -- Hallo, met henry hier. Hoe gaat het? -- Alles in orde met mij. En met u? -- Met mij ook alles oké. Maar 'k moet u iets melden dat zwaar op m'n lever ligt. -- Ja? Zeg maar. -- Is het normaal dat een vrouw, die haar echtgenoot verlaat, in een psychiatrische instelling wordt gestoken? -- Natuurlijk niet. Waarom? -- Gisteren vernam ik van Monique dat dit is gebeurd. -- Ah, Monique, dat is toch uw echtgenote, hé, die ik met u een paar weken geleden op 't bal heb gezien? -- Ja. Ze vertelde me dat gewoonweg twee handtekeningen volstaan om een jonge vrouw in zo'n instelling te plaatsen. -- Van wie waren die twee handtekeningen? -- Van haar pa en van haar man. -- Neen. Dat is niet toegelaten. 't Zou een beetje te gemakkelijk gaan, hé, om... -- Sorry, dat ik u onderbreek. Ik zit hier te sudderen op mijn stoel. Kunt gij niet optreden? -- Ligt dat gesticht in mijn gebied? -- Neen. -- Geeft niet. Ik zal direct mijn collega van dat gebied verwittigen. Zeg me maar waar ze zit en geef me maar haar gegevens. -- Wat zal er nu gebeuren? vroeg henry nadat hij de inlichtingen had doorgespeeld. -- Mijn collega zal direct twee rijkswachters naar die instelling sturen en de directeur het bevel geven haar vrij te laten. Ik breng u vandaag nog op de hoogte. -- Duizendmaal bedankt! Feelijk werd inderdaad vrijgelaten. Maar henry
had niet de mogelijkheid om haar te laten weten hoe de vork in de steel zat:
hoe men haar eerst zomaar in een gesticht kon steken om haar kort nadien
terug vrij te laten. Hierdoor liep het later terug mis. Erg mis. Met zijn
studies psychologie kon henry haar handelwijze toen niet verklaren. 't Was iets nieuw. 't Zat veel dieper en 't was veel
ingewikkelder dan weerwraak. Met 'Ballerina en Natuur' verbond hij zijn naam aan
het onbekend ziektebeeld: het
"syndroom
van henry".
|
|||||