- 270 - |
|||||||||
|
|||||||||
Het eerste wat henry in Nieuwpoort opviel, was dat de buikige Klipmans met z'n ronde, rode kop en schijnheilige lach de manschappen weinig respect inboezemde. De nieuwbakken korpscommandant wekte duidelijk een vorm van wantrouwen en henry nam zich voor om de reden daarvan te achterhalen. Als stafofficier N1 was hij immers verantwoordelijk onder andere voor de discipline. Om het personeel en de administratie van de basis te beheren, beschikte hij in het stafgebouw op de tweede verdieping over een langgerekt bureel, dat benevens hem plaats bood aan een jonge KRO als N1-adjunct en een goedmoedige, bejaarde burgerbediende, die zijn laatste jaren sleet met de papierwinkel bij te houden. Doorheen de grote vensters viel een massa licht op de drie bureaumeubels en enkele kasten vol documenten. De kortbij gelegen golvingen van de prachtige duinen vrolijkten henry ied're dag opnieuw en opnieuw en opnieuw op. Daar kon hij niet genoeg van krijgen. Tussen de duintoppen door zag hij de kleurschakeringen van een stukje zee met zijn zilverwitte, speelzuchtige schuimkopjes, die bij beaufort één steeds in staking gingen. In oostelijke richting zag henry het kwartier van de paracommando's met daarachter een uitgestrekte landmachtkazerne. Dáár, geheel in de verte, was de gemeenschappelijke ingang van de drie eenheden. Dat was een heel eind voor de zeemachters om tot in hun marinebasis te geraken.
* * * Dit is een gunstig moment om henry uitgebreid te interviewen * * *
Heeft BLOSO na een paar maanden die basis dan gekocht? Neen. Dat was maar wachten en wachten op de beslissing van BLOSO. Uiteindelijk heb ik in Nieuwpoort mijn leidinggevende functies vervuld tot 26 september 1976.
Wat is er daarna met die marinebasis gebeurd? Niets.
De marine moest eruit. De basis is nadien volledig verkommerd. Ik bezocht
haar nog eens in 1995. De mooie gebouwen waren totaal vervallen. Alle ruiten
kapot. Schandalig. De politici sollen nogal met ons belastinggeld, hé. 't Is tóch niet uit hun portemonnee, hé.
|
|||||||||