- 298 -

 

HOOFDSTUK  XXXVII

 

Schip ahoi !

"...bij oorlogshaard

is

   dat goud waard..."

 

 

In augustus 1976, het jaar waarin henry zijn Expressieven lanceerde, werd hij door zijn vader ingelicht, dat diens beroemde vriend auteur Louis Paul Boon in twee dagbladartikels de spot dreef met de moderne kunstenaars: "BoontjeLouis is het volledig met u eens. Hij is onlangs met zijn vrouw naar een expositie geweest en ze hebben zich daar kapot gelachen. Hij beschrijft hoe die zogenaamde kunstenaars daar een hoop vodden aan de muur hadden gehangen. En dat was kunst, zo beweerden althans die mannekes! Wat verder bengelde een verpakking, ook vol met vodden. Ook kunst! En nog wat verder een hoop vuile was. En nog verder een hoop veelkleurige lompen met daaromheen een kader. Stel 't u voor! In een kader! En er hing ook het mauve nylonslipje van een vrouw. Allemaal kunst. Boontje noemt die gasten 'rommel- en vuile-was-artiesten'. Eén van die kwibussen blonk volgens hem uit in baldadigheid. Die had namelijk een mooie piano in stukken geklopt en had al die stukken tot een viertal 'kunstwerken' samengepakt."

 

Eigenlijk ging Boon in tegen de volop opkomende hoog-van-de-toren-blazende betweters, die - gesteund door linkse politici - alles wat voordien werd vereerd, brutaal de grond in boorden. Louis Paul Boon ging alzo als columnist van het socialistisch dagblad Vooruit in tegen zijn eigen portemonnee. 't Was gedurfd. Ook henry verzette zich met zijn Expressieven tegen die doldriftige trend, waar geen plaats meer was voor enige emotie. Een trend van en voor nietsnutten. Waar waardevolle menselijke gevoelens moesten wijken voor het kille modernisme. Kunstschilder henry daarentegen wilde de gevoelens en emoties een bijzondere plaats geven in zijn kunstwerken. Maar...

 

...hij werd gestuit in die zomerperiode van 1976 door de plotse beslissing van de Commodore om de Marinebasis Nieuwpoort vanaf  15 september - eindelijk - 'in veilleuse' te plaatsen. Aangezien deze beslissing grote invloed had op henry's kunst en leven, was nu 't moment gekomen om hem hierover te interviewen.

 

* * *

 

Wat ging er in jou om, toen je vernam dat je marinebasis werd opgedoekt?

Ik was zeer blij: gedurende twee jaar had ik mijn zoontje Sven elke week enkel op de dinsdagavonden en in de weekends kunnen zien, zoals je weet. Kwestie van met hem bezig te kunnen zijn en hem te helpen telkens als dit nodig was. Temeer daar ik onraad rook: had Monique, mijn echtgenote, Sven al niet enkele keren "dat stuk vuil dat hij mij gelapt heeft" genoemd?! Bijgevolg...