- 299 -

 

 

Wablief! Heb ik dat goed verstaan? Noemde ze haar eigen zoontje "een stuk vuil dat jij haar gelapt had"?

Ja. Erg, hé. Waarschijnlijk onder invloed van haar moeder. Ik denk niet dat Sven haar dat ooit heeft horen zeggen. Gelukkig maar. Zoiets zou ik nooit getolereerd hebben. Welke zorgzame moeder zegt nu zoiets?! En, raar maar waar, weet je dat ze allebei vijftien jaar later "dat stuk vuil" tegen mij als geschut hebben ingezet?

 

Wablief! Dat kan toch niet!

Toch wel. Naderhand zag ik daar wel enige logica in. Geloof me, ondanks alles wat ik voor Sven had gedaan, werd hij later een gevaar voor mij en mocht ik me dan gelukkig prijzen, dat ik een opleiding van marinier achter de rug had! Het gaan dus nog spannende momenten worden, hé. Maar laat me terugkeren naar 't jaar 1976. Toen de Commodore order gaf om de Marinebasis NWP definitief te verlaten, was dit juist bijtijds om me toe te laten om Sven dubbel en dik bij te staan. Immers, zijn school had me net verwittigd dat hij niet goed mee kon. Wat zeg ik! Ze vertelden me dat hij helemáál niet mee kon. Ik moest dus dringend in actie komen. Volle kracht vooruit zelfs. Met mijn vroegere opleiding voor leraar ging dat goed lukken en ik was er stellig van overtuigd dat ik terug naar Brugge zou muteren. Daar gingen mijn collega-officieren me met open armen ontvangen. En het dagelijks heen en terug forenzen tussen Gent en Brugge ging zeker geen probleem zijn voor mijn privaatlessen aan Sven.

 

En wat gebeurde er met al je personeel? Je was toch de N1 van de Marinebasis Nieuwpoort?

Die liet ik natuurlijk niet in de steek. Om al mijn manschappen van Nieuwpoort te helpen, besliste ik om iets te doen wat het reglement niet voorzag: ik liet meteen honderden formulieren stencilen en ronddelen, waarop iedereen kon invullen waarheen hij wilde muteren. Met al die formulieren ging ik persoonlijk naar het mutatiebureel Marpers in Brugge. Ik was goed bevriend met die commandant en verkreeg dat negen tiende van mijn mensen direct zijn goesting kreeg! En hij beloofde me, dat de rest binnen het jaar zou volgen. En de belofte van een officier is goud waard. Fantastisch, hé!

 

Dat is mooi afgewerkt. En welke functie heb jij in Brugge gekregen?

Uiteindelijk vernam ook ik mijn mutatie: 'Brussel' stuurde me niet naar Brugge, maar aan boord van de Godetia. De A960 Godetia, het vlaggenschip van de zeemacht. Iets waarover ik een paar jaar voordien uit blijdschap een gat in de lucht zou hebben gesprongen. Maar nu!

 

Varen was toch je droom?

Ja, maar een mutatie was telkens voor minstens twee jaar. Daardoor ging ik opnieuw gedurende twee jaar nauwelijks mijn zoon zien, terwijl hij me broodnodig had! Dat ik volop ging varen en boven mijn wedde nog van een zeevergoeding en enkele bijkomende voordelen ging genieten, woog voor mij niet op tegen het besef dat mijn zoon de dieperik zou ingaan.