- 343 - |
||||||||||
Ik dacht eerder dat je als leider standvastig moest zijn. Ja, dat ook. Het klinkt tegenstrijdig, hé. Aan de ene kant moet je als leider in het voordeel van je groep naargelang de omstandigheden soepel zijn, dus flexibel. Aan de andere kant moet je als leider volhardend zijn om je doel te bereiken, dus standvastig.
Dat begrijp ik. En jij maakte dus een schilderij over flexibiliteit? Ja.
't Was me opgevallen dat ik me steeds kon aanpassen
aan de omstandigheden. Dat is natuurlijk plezant.
Maar hoe kwam dat? Mijn schilderij 'Vier Persoonlijkheden' verduidelijkt
dat: je ziet me erop als officier op het ministerie in Brussel, áls
zeemachtcommandant, áls kunstschilder en als wiskundeleraar; telkens nam ik
een andere persoonlijkheid aan: flexibiliteit verzekerd! 'k Werd overal
aanvaard.
Ja? Is dat zo? Awel, ik kan je verzekeren dat ik bijvoorbeeld gemakkelijker als kunstenaar aanvaard word door Jan met de pet en dat bijvoorbeeld de jongens van Jan de Witt in mij liever de zeemachtcommandant ontdekken.
Ja, ik hoorde dat jij vrienden had van hoog tot laag. Waarschijnlijk ook door je voortdurende onbaatzuchtige hulp? Mijn
scoutsmentaliteit zal er wel iets toe bijgedragen hebben. Overal vrienden en
relaties: op 't Ministerie, op 't Kabinet van de
Minister, zelfs in het Koninklijk Huis. Natuurlijk ook onder 't volk. Ik had maar één vijand: de tijd.
|
||||||||||