- 367 - |
||
|
||
HET ZWITSERS TEAM CONSULT In 1981 kwam de Belgische regering tot het besluit, dat er te veel geld vloeide naar vreemdelingen en naar werklozen. Dat die toestand was gegroeid door de schuld van de vakbonden en politiekers zelf, wilde ze niet aanvaarden. Haar beslissing: daar moest iets aan gedaan worden. De Minister van Defensie speelde het spelletje mee en in de overgang van 1981 naar 1982 was henryEC getuige van het zoveelste staaltje van geldverspilling door de regering: eind 1981 stuurde de Minister van Defensie - een burger - naar zijn eigen ministerie een peperduur Zwitsers Team Consult - kostprijs twee miljoen frank - om eens te onderzoeken of al dat personeel daar wel nodig was. Dit, terwijl zijn eigen kabinet uit puilde van weinig nuttige, maar goed betaalde politieke medewerkertjes. Op 6 december 1981 moesten aldus ook henry en enkele andere officieren van SGE elk voor zich hun personeelsaantal rechtvaardigen. Het Team Consult, bestaande uit drie Zwitsers, had ipso facto weinig besef van een legerleiding. Dit zag henry maar al te goed in en paste zijn uitleg aan de kennis van dit TC aan. Na enkele sprongen in het ministerie verdween het Zwitsers TC uit het gezicht. Enkele maanden later luidde de conclusie van het TC betreffende het 'schip' van henry, dat daar werkelijk één man te weinig was. Dat had henry lang voordien nauwelijks in twee dagen al berekend. Maar overal elders moest volgens het TC volop personeel verdwijnen en moesten de diensten volledig omgevormd worden. Generaal Kermer, een bezadigd man en hoofd van SGE, vond op 28 juni 1982 die omvormingen zo belachelijk, dat hij die voorstellen met één zwaai bij de papierwinkel deponeerde, hierin gesteund door de legerstaf JS en JSC. Maar henry kreeg toch een bemanningslid meer... dat meteen door de Franstalige kolonel van SER weer werd afgenomen en elders werd ingezet.
SOTMANS EN DE INVALIDEN In de 'acht zachte jaren' stond commandant henry zowat om de twee jaar onder het bevel van een andere kolonel van SER. Dus vier in acht jaar, drie Nederlandstaligen van de landmacht, stuk voor stuk cracks, en één Franstalige van de luchtmacht. Er was een fundamenteel verschil tussen de Nederlandstaligen en die Franstalige. De Nederlandstaligen behandelden hun ondergeschikte officieren op gelijke voet, ongeacht of ze Nederlandstalig of Franstalig waren. Maar met de Franstalige kreeg henry problemen. -- Gij hebt toch een man meer gevraagd op uw schip? begon de Franstalige kolonel nadat hij henry bij zich had ontboden. -- Ja, kolonel. Ten andere, ook volgens mijn Organieke Tabel heeft mijn schip een man te weinig. -- Dan heb ik goed nieuws voor u en uw OT. Er komt een burger bij in onze diensten. Ik heb ervoor gezorgd dat hij bij ons komt en gij krijgt hem. -- Welke specialiteit heeft hij? -- Hij is classeur en Franstalig. -- Eindelijk. Een klasseerder meer, die heb ik hard nodig. -- Hij is invalide. De regering heeft een tijdje geleden in het kader van een nieuw project besloten om invaliden aan te werven. |
||