- 369 - |
||||
Met de dag werd het met Sotmans erger en erger. Mentaal gestoord... maar profiteren en geld krijgen waren voor hem toch twee duidelijke begrippen. De bemanning hield het gewillig zo lang mogelijk vol. Maar de bom barstte toch op een middag waarop henry - zoals gewoonlijk - met zijn rondgang van bar tot bar was begonnen. Hij was nog maar pas een kwartiertje in de bar SGE gearriveerd, toen zijn korporaal-milicien op hem kwam toesnellen. -- Commandant, Fons vraagt om direct te komen. Hij staat met alle miliciens in de gang. Ze weigeren nog verder te werken. -- Wadde! Sorry, mannen, maar ik moet direct weg. Neem ondertussen nog een pint voor mijn rekening, lachte hij en weg was hij. Reeds vanuit de verte zag hij Fons met zijn mannen zij aan zij staan, geleund tegen de muur van de 'Galerij henry'. -- Fons, wat is er gaande? -- Commandant, Sotmans houdt een naald of een speld verborgen in zijn
hand en terwijl mijn miliciens op een sokkel staan
en de dossiers aan het trekken zijn, steekt hij die speld in hun achterste.
De miliciens durven nu niet meer verder werken.
-- Wablief! In hun zitvlak?! Nu dat ook nog! Dat is straf. Mannen, ik zal hém eens een serieuze prik bezorgen, zie! Fons, breng Sotmans ogenblikkelijk naar mijn bureau. En, mannen, gij kunt op mij rekenen, hé, en ik reken ook op u! Dus, terug aan 't werk! Hoe ging henry dat probleem oplossen? Hij dacht vlug na. De rijkswachters laten komen. Dat kon, maar tegen een invalide... Hem zelf keihard aanpakken. Maar Sotmans kon als lid van het burgerpersoneel geen militaire tuchtstraf krijgen. Voor sancties moest henry beroep doen op een burgercommissie van het ministerie, maar omdat het juist zomervakantie was, vermoedde hij dat sommige leden van die commissie afwezig waren. Ondertussen moest hij er alleszins voor zorgen dat Sotmans gescheiden bleef van de militairen. Een furieus stemmetje in henry vervloekte de politiekers, die door allerlei stomme beslissingen het leger verzwakten. Vliegensvlug nam hij een beslissing. -- Ah, daar zijt ge, begon henry toen Sotmans door Fons werd binnen gebracht. Toon mij eens die speld. Vanwaar komt die? Van wie hebt gij dat geleerd? Waarom doet gij dat? vroeg hij, maar er kwam geen enkel antwoord. Oké dan, Fons, laat een tafel en een stoel in de gang zetten, precies rechtover mijn bureau. -- In die insprong, commandant? -- Ja. En gij, Sotmans, u heb ik nodig voor een zéér belangrijk werk. En 't is eigenlijk niet moeilijk. Kijk, gij krijgt hier van mij een stapeltje briefpapier en een stylo. Kom nu maar mee. Kijk, hier in de gang moogt ge plaats nemen achter deze tafel op deze stoel. Uw papier verdeelt ge in twee helften. Zo. Telkens er nu iemand de gang binnenkomt, zet ge een streepje op de linkerkant. En telkens iemand de gang verlaat, zet ge een streepje op de rechterkant. Geen namen, alleen maar streepjes. Op 't einde van de dag moet ik weten hoeveel mensen in de gang binnen kwamen en hoeveel er buiten gingen. Dat is zeer belangrijk voor mij. Gij moet de streepjes niet tellen, dat doe ik wel. Zoudt gij dat voor mij kunnen doen? knipoogde henry en Sotmans knikte vastberaden. |
||||