- 415 -

 

HOOFDSTUK  XLVIII

 

NIET  ELKE  DAG

KOMT  DE  ZON  OP

 

 

'Militairen helpen militairen'

is geen leeg begrip.

 

Wat er op die fameuze vrijdag gebeurde, kan men enkel snappen na het 'verhaal van de twee druppels'.

 

DE DRUPPEL DIE DE EMMER BIJNA DEED OVERLOPEN

De achtereenvolgende kolonels hadden het al meer dan vijf jaar onmogelijk geacht, dat henry de taak van schatbewaarder van de VKO op zich moest nemen. Zo'n cumul werd steeds aan een jonge officier gegeven. Die cumul hield eigenlijk weinig in, maar met zijn opdrachten in SERG had henry, die bovendien op eigen en alom geprezen initiatief veel hulp verleende aan het volk, geen overschot aan tijd om nog bijkomende jobs te doen. Maar op een dag stond hij onder het bevel van een Franstalige kolonel en die vond het in mei 1982 goed dat henry die cumul VKO er bij kreeg. Naast een kleine administratie die dit met zich mee bracht, kreeg henry elke week nu ook nog collega's over de vloer, die geld kwamen vragen voor de een of andere feestelijke gebeurtenis. Die kwamen dan op de meest ongelegen ogenblikken bij hem op bezoek en daar bleef het niet bij: ze zagen allemaal henry zodanig graag, dat ze dan maar telkens een tijdrovend gesprekje met hem begonnen aan te knopen.

 

DE DRUPPEL DIE DE EMMER DEED OVERLOPEN

Enkele maanden later kwam de genadeslag. De Franstalige kolonel was vertrokken, in ruste. Kort nadien - op de morgen van 4 januari 1983 - lag tussen alle voor henry's schip binnengekomen briefwisseling een bruine envelop, geadresseerd aan henry, met de stempel 'Vertrouwelijk Officier'. Zo'n envelop mocht door geen enkele militair onder de graad van officier geopend worden. In zo'n envelop stak steevast een belangrijke mededeling. In vele gevallen was dat zelfs een aanzet tot bestraffing van de betrokken officier. Dat gebeurde heel zelden, gezien het leger zijn officieren streng had geselecteerd. Fronsend opende henry de envelop, zich afvragend wat hij had misdaan. Niks misdaan, oef, maar hij stond evengoed versteld van de nota die hij toen las: daarin kreeg hij het bevel om vanaf die dag elke werkdag op zijn 'schip' aan te komen ten laatste tussen halfnegen en kwart vóór negen. Ook andere officieren - en die waren van de landmacht - hadden gelijktijdig diezelfde 'Vertrouwelijk Officier' ontvangen. Met zo'n bevel werd voor hen de status van officier geschonden. Met die status van "niet gebonden aan werkuren" bleef het evenwel de plicht van elke officier om al zijn opdrachten optimaal tot een goed einde te brengen. Door die 'vrijheid' voor zijn officieren kan een leger flexibel werken en dus goed functioneren. Voor elke officier betekende zoiets niet alleen het toppunt van vrijheid, maar ook het toppunt van gebondenheid. Op elk moment - 's nachts, in de weekends, zelfs tijdens hun vakanties - werden officieren opgeroepen om meteen de leiding op zich te nemen van allerlei acties: interventies, grote oefeningen, permanenties, wachten, ... Telkens kregen ze hiervoor als compensatie slechts een kleine vergoeding, die niet eens hun kosten dekte. Dus in feite was een militair officier, zoals elke militair trouwens, 24 uur op 24 uur in dienst.