- 467 - |
||
|
||
Om
de scheve toestand terug recht te trekken, besloot henry te verhuizen naar
een klein kantoor, dat een verdieping lager lag dan de bureaus van zijn collega-stafofficieren
van het derde echelon. Eerst had hij daar eens poolshoogte genomen. Schuin
tegenover een grote conferentiezaal en op het einde van een lange gang met de
bureaus van de officieren van NAVCOMZEB - het tweede echelon - lag dat klein
kantoor. Amper zo'n vijf op vijf meter. Daarin werkte de harde IRP-kern: één
ervaren onderofficier zat nabij een klein venster aan een ordentelijk bureau
en zijn drie matrozen maakten om beurt gebruik van maar twee minieme
bureautjes. "Dat is niet erg, hoor, commandant, alleen de chef blijft altijd hier. Wij moeten regelmatig rondlopen met publicaties en gerief voor de schepen. Die bureautjes dienen maar om de pakketten te maken en ook om 's morgens vroeg uit de dagbladen de artikels te knippen die belangrijk zijn voor de COM.” Vol begrip en met de glimlach had henry geluisterd en geknikt. Vanuit het klein venster overschouwde hij eens de haven met de oorlogsschepen en door een kier zoog hij de gezonde, frisse zeelucht in de longen. "Doe zo maar voort, mannen, gij doet dat goed. Ik zal hier ook niet erg veel zijn. Ik moet de contacten onderhouden met de journalisten en de buitenwereld. En, chef, blijf daar maar gerust zitten. Als ik hier toch eens ben, zal ik rechtover u gaan zitten aan dat miniem bureautje tegen het venster. Meer heb ik niet nodig."
DEEL 3 henry EN ZIJN WERKTERREIN
Vanaf het begin was henry overal te zien, zowel binnen als buiten de marinebasis. Hij onderhield alle nodige contacten zoals het een pr-officier past. De ene keer vond men hem terug in Brussel op het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Daar had hij de nodige relaties aangeknoopt om representatiematerieel te verkrijgen, zowel voor de COM als voor de scheepscommandanten. Want bij elk bezoek aan of van een aanzienlijk buitenlands personage werd het internationaal gebruik ook door België in ere gehouden om wederzijds iets representatiefs van het eigen land te overhandigen. Meestal waren dat dan boeken met documentatie over het land. Om die zelfde reden vond men henry op een andere keer dan weer terug in Brugge om er enkele Brugse Wapenschilden te gaan aanschaffen, aangezien Zeebrugge zelf geen apart Wapenschild had. |
||