- 495 - |
||
Maar ondertussen
was de bemanning van de Aster woedend geworden op de pers. Commandant henry
wees de journalisten daarop, doch die luisterden er alleen maar eens naar en
bliezen hun sensatiezucht nieuw leven in. De grote weerbots kwam echter uit
een totaal onverwachte hoek: van JS, de stafchef van het leger in hoogst
eigen persoon. Deze begon er zich mee te bemoeien. Toen op 4 oktober 1990, de
dag na de officiële eenwording van Duitsland, het fregat F912 De Wandelaar
ook naar de Perzische Golf moest vertrekken, beval JS om de pers in de
marinebasis een uur en een kwart later binnen te laten dan de afscheid
nemende familieleden. Daardoor mankeerden de journalisten een hele hoop interessante
momenten. Een goede zet van JS. Op alle mogelijke manieren probeerden de
journalisten toch nog vroeger in de marinebasis binnen te glippen dan het
tijdstip dat JS bevolen had. Zo deden sommigen zich voor als familieleden.
Maar dan kenden ze de militairen nog niet. 1LZ henry, die zeer vele maar toch
niet alle journalisten kende, kon ze er stuk voor stuk uithalen met de hulp
van zijn personeel en op de wenken van ZS1/IRP FKP Van Ransbeek en SID Cdt
Pierre Van der Bracht. Deze twee officieren waren dan ook speciaal vanuit
Brussel overgekomen omdat zij op nationaal niveau fungeerden en alzo wél de
gezichten van alle journalisten kenden. Na het vertrek
van het fregat werden de vijfhonderd familieleden apart ontvangen in de grote
cinemazaal, waar ze meer informatie kregen dan de journalisten zelf. Om de
journalisten de toegang tot de cinemazaal te beletten, had een woedende
marineofficier vóór de ingang twee gewapende matrozen geplaatst in
gevechtskledij. “Wat doet gij hier?” vroeg henry hen toen hij er met Cdt Van
der Bracht arriveerde. “Wij moeten de journalisten tegenhouden”, antwoordden
ze. “Wie heeft u dat bevel gegeven?” vroeg henry opnieuw. “De commandant.” –
“Welke commandant?” – “We kennen zijn naam niet.” Meteen stuurde henry hen
weg, want hij zag meteen in dat het plaatsen van die twee tot de tanden
gewapende schildwachten de journalisten in de kaart ging spelen. ‘Gewapende
Belgische militairen worden door de Zeemacht ingezet tegen onze Belgische
journalisten’ zou voorzeker een sensationele titel zijn voor een artikel of
een tv-uitzending en zou voorzeker de journalistieke sensatiezucht van die
dag hebben gestild. “Ik heb nu toch een gans andere kijk gekregen op het
nieuws dat ik op tv en in het dagblad krijg,” concludeerde henry, “en ik zag
hier twee totaal verschillende werelden die tegenover elkaar stonden. Aan de
ene kant de gedisciplineerde wereld van de militairen die elkaar steeds
helpen. Aan de andere kant de individualistische wereld van de journalisten,
die voortdurend elkaar aan het beconcurreren zijn in een wereld waarin ik
niet zou willen leven.” In de vier
maanden die aan de Golfoorlog voorafgingen, organiseerde henry nog drie
Familiedagen met telkens een opkomst van vierhonderd tot vijfhonderd
genodigden. Het succes was aanmoedigend genoeg om in het vervolg om de twee
weken zo’n dag in te richten. De ene keer voor de familieleden van het
fregat, de andere keer voor de familieleden van de Zinnia en de twee
mijnenjagers. Hierdoor kon henry zowel op de werkdagen als in de weekends
zijn organisatietalent volop ontplooien en moest hij met zijn personeel enorm
veel werk verzetten. Dit maakte hem zowel gelukkig als ongelukkig. Gelukkig,
omdat hij vreugde kon brengen in de harten van al die familieleden.
Ongelukkig, omdat zijn succes met de Expressieven eens temeer tot stilstand
werd gebracht. En van schilderen kwam er ook niets terecht. Elke minuut die
overbleef, had hij nodig om uit te rusten. De conditie van zijn hart was
blijkbaar nog niet optimaal. Slechts één keer
veroorloofde hij het zich om deel te nemen aan een expositie. In Eeklo. Dat
kostte hem immers weinig moeite, want die stad lag op zijn dagelijkse
pendeltocht met Hugo tussen Gent en Zeebrugge ingeval hij niet langs de
autosnelweg reed. Het was begin december toen hij de uitnodiging voor die
expositie las. Eerder uit nieuwsgierigheid wilde hij eens meedoen: zou het er
hier per uitzondering eerlijker aan toe gaan dan elders? |
||