- 507 - |
|||
-- We hebben Sven in het weekend weeral
niet gezien. Scheelt er iets misschien? vroeg Ginette. -- Nee, het is nu juist een drukke periode voor de
floristen en ’t is daardoor, verklaarde henry. -- Maar hij kan in het weekend toch eens komen? Al was
het maar voor een paar uurtjes? -- Binnenkort is het kerstdag
en nieuwjaarsdag… Hij moet veel overuren doen, verduidelijkte henry. -- Ach zo. Dan moet hij wel moe zijn. -- Natuurlijk. Hij is veelal tot ’s nachts bezig. En in
de weekends is hij ook volop bezig, voegde henry eraan toe met een leugentje
om bestwil. -- Ja, we begrijpen dat. -- Ge zijt zo mooi allemaal,
vervolgde henry vlug om van onderwerp te kunnen veranderen. -- We moesten wel van Berten, antwoordde Ginette
terwijl ze met de kin naar Albert wees, hij zegt dat het zo mooi is in de
mess van de officieren. -- Ja, we gaan eerst iets drinken in de Wardroom,
stelde henry voor, en daarna iets gaan eten in de Officiersmess. Wat denkt ge daarvan? -- Ben ik daar wel goed genoeg voor gekleed? vroeg
Ginette enigszins benauwd. -- Maar natuurlijk. Het kan niet beter zijn. En als er
nog tijd overblijft, leggen we een bezoek af bij de commandant van een schip
of doen we een toertje in de Basis… Wat denkt ge
ervan als we nu zouden vertrekken? Het ging henry
voornamelijk om wat er ging gebeuren in de Wardroom. Hij moest ervoor zorgen
dat hij en Timi en haar ouders daar waren aangekomen vooraleer de KRO’s daar
binnenkwamen. Deze kandidaat-reserveofficieren van de Zeemacht waren zonder
uitzondering allemaal universitairen en hooggeschoolden, zoals ingenieurs,
dokters, advocaten, juristen en licentiaten. Bovendien waren ze na strenge
selecties zowel op geestelijk als lichamelijk vlak goed gekeurd om
reserveofficier te worden. Dus allemaal zeer geschikte jongens, die Timi een
rooskleurige toekomst konden bezorgen. Het kwam er voor henry alleen op aan
dat Timi al haar zinnen op zo’n
jongen kon zetten, zodat ze Sven uit haar gedachten kon bannen. Kort nadat
henry zijn drie genodigden in de Wardroom had voorgesteld om met hem in de
bruine zachtleren fauteuils een eerste glas te drinken, kwamen de eerste
marineofficieren en KRO’s al binnen en gingen aan
de toog staan. Deze laatsten keken zo nu en dan eens met stijgende
belangstelling om naar Timi.
|
|||