- 533 -

 

FRANKRIJK

“Augustus 1992. Timi was zeer blij over de reis naar Denemarken omdat haar aan de drank verslaafde moeder nog nooit zo braaf was geweest als op die reis. Volgens Timi had mijn aanwezigheid daar iets mee te maken. Daarom werd een tweede reis met de Mercedes gepland, deze keer naar Frankrijk. Om de drie dagen zou ik vanuit Frankrijk naar het Universitair Ziekenhuis van Gent telefoneren om de toestand van Monique te kennen. Indien nodig zouden we direct naar België terugkeren. En net zoals tijdens de vorige reis naar Denemarken ging mijn ex-personeel me helpen door de gepaste antwoorden te geven op eventuele telefoontjes van Sven of MM. Want ik wilde per se Monique in haar laatste dagen sparen, ook al had ze een groot deel van mijn leven verpest. En gelukkig heb ik die reis naar Frankrijk meegemaakt, want alzo heb ik met eigen ogen kunnen zien hoe zwaar Timi het had bij haar ouders. Ik stond verstomd van wat ze op die tweede reis meemaakte, wat voor een erbarmelijk leven ze had bij haar ouders. Als alcoholiste was Gineï immers niet in staat om lang haar gedragspatroon aan te passen. Al na een paar dagen viel ze door de mand. Ze begon haar dochter voortdurend te tiranniseren en behandelde haar als een klein slavinnetje. Van alles wat misliep, kreeg Timi de schuld. Zo nu en dan viel Gineï ook briesend uit tegen Berten, die dan zo vlug als hij kon ervandoor ging en blij was dat ze zich terug tegen Timi keerde. Timi smeekte me telkens om niet tussenbeide te komen, omdat ze anders vreesde me nooit meer te mogen zien. Ook werd Timi elke dag in haar eigenwaarde vernederd. Ze was toen twintig jaar geworden, maar telkens als ze zich uitkleedde, moest dit gebeuren in het bijzijn van haar moeder. Dus als Timi een douche nam of een nachthemd aandeed of zelfs naar het toilet ging, wilde Gineï daar getuige van zijn. En als Timi aan de grillen van haar moeder niet voldeed, barstte deze uit in een driftbui, begon te roepen en te tieren en te dreigen. Dreigen met het verscheuren van Timi al haar kleren. Dreigen met het kapotmaken van al haar persoonlijk gerief. Dreigen met het afsnijden van heur lang haar en heur lange nagels. Dat laatste dreigement wilde ze zelfs eens al brullend uitvoeren, maar toen sloeg ik met de vuist op tafel en ze deinsde terug. Ja, het was een reis in mineur. Armzalig, ook wat de rest betreft: precies zoals de vorige reis parkeerden we veelal ver buiten een stad. Weinig om te genieten. Meestal was er wel een waterbron en een wc. Soms ook niet. Zo moest ik daarvoor eens ’s morgens heel vroeg in de donkerte mijn weg zoeken in een oorlogsbunker tussen al wat anderen daar al hadden gedeponeerd. Ja, er waren daar duidelijk al anderen vóór mij geweest… En, haha, ik laat je eens raden of ik me op dat moment als Vlaamse officier in die Franse oorlogsbunker op mijn plaats voelde.”

 

 

 

 

 

 

 

 

“Ondanks alles bleef Timi lachen tijdens deze reis doorheen Frankrijk, zeker voor deze foto, die ikzelf heb genomen tijdens een stop.”