- 588 - |
|||||
|
|||||
-- Ik zou Sven toch nog eens
willen zien vooraleer hij dood is, merkte Timi de dag nadien op. -- Ik niet, antwoordde henry,
ik wil dat ventje hoegenaamd niet meer zien. Maar Timi bleef almaar aandringen en ’s avonds om kwart over acht stonden ze aan Svens bed in de afdeling Intensieve Zorgen op de zesde verdieping van de Blok K2. Daar lag hij dan. Links en rechts van hem stond nog een bed, waarop ook een persoon in een diepe slaap verzonken lag. Alle drie waren ze met een wirwar van draden en buisjes aan allerlei apparaten verbonden. -- Is dát nu het resultaat van
mijn opvoeding en van al mijn inspanningen? mompelde henry. -- Ik heb er nog mee gevrijd en bezie hem nu zo liggen!
Ik heb er nog mee moeten vechten en nu ligt hij hier gelijk een echte
sukkelaar, fluisterde Timi. De dokters
konden Sven nog drie dagen in leven houden, maar in de vroege avond van 28
november 1993 was hij hersendood. Met z’n volle overtuiging gaf henry aan de
dokters de toestemming om de organen van Sven te transplanteren. “Dan heeft mijn zoon
toch nog voor iets goeds gediend.” Maar ondertussen trachtte MM tot elke
prijs henry in die drie dagen te kelderen. Want intussen had ze al goed
begrepen dat ze in haar strijd tegen henry zowel haar dochter als haar
kleinzoon had verloren. En nóg wilde ze het niet opgeven: ze hitste haar
plebsvolkje met nog meer vuur tegen henry op. Sommigen dreven de
onbeschoftheid ten top en trachtten de eer van de officier te grabbel te
gooien. Dat liet henry natuurlijk niet gebeuren en hij bracht de
politiecommissaris op de hoogte. Deze stuurde zijn mannen direct op hen af.
In die drie dagen kwam ook de eigenaar van Svens studio bij MM een vergoeding
eisen voor de schade die na de zelfmoord aan de ingang van de studio werd
aangebracht. Maar MM stuurde hem door naar henry, want ze wilde wel de lusten
maar niet de lasten. Dat werd ten andere overduidelijk toen henry en Timi in
het Universitair Ziekenhuis het gerief van Sven na zijn dood moesten ophalen:
ze ontvingen er een zak vol stinkende, bebloede klederen, maar zijn goudwerk
en zijn portefeuille met geld waren foetsie. Die had MM al afgehaald toen hij
in coma lag en dus nog leefde! Het personeel toonde het aan met een bewijsstuk dat ondertekend was door
MM. Maar henry haalde de schouders op: aan zo’n beetje goud en dat beetje
geld ging hij zijn tijd niet verspillen. Hij wilde beter: aan MM ‘als dank’
een cadeautje geven dat haar voor de rest van haar leven zou doen krommen. En
ook ‘als dank’ beeldde hij zijn zoon waarheidsgetrouw uit op zijn sterfbed in
het schilderij De Domme Zelfmoordenaar… met drie hekelende rozen: iets enigs
in de kunstgeschiedenis.
|
|||||